Antwoord op Kamervragen over innovatieambities kabinet
De minister-president heeft mede namens de ministers van EZ en OCW vragen beantwoord van Tweede Kamerlid Pechtold (D66) over de innovatieambities van het kabinet.
Hierbij zend ik u mede namens de minister van Economische Zaken en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Pechtold (D66). Deze vragen werden mij toegestuurd op 27 augustus 2009 onder nummer 2009Z15202.
De minister-president,
Minister van Algemene Zaken,
mr.dr. J.P. Balkenende
Vragen van het lid Pechtold (D66) aan de minister-president, minister van Algemene Zaken, over de beantwoording van vragen over de innovatieambities van het kabinet. (Ingezonden 27 augustus 2009)
1. Kunt u alsnog de vraag beantwoorden waarom u ervoor kiest om een lagere maatstaf te gaan hanteren door het OESO gemiddelde als uitgangspunt te nemen, naast de doelstellingen neergelegd in de Kennis Investeringsagenda (KIA) en onder de Lissabondoelstelling? 1)
Antwoord
Zoals in het aanvullend beleidsakkoord is toegezegd zullen de ministers van EZ en OCW u met Prinsjesdag per brief informeren over de nadere concretisering van het streven om de ontwikkeling van onderwijs, kennis en innovatie in een nader te bepalen tijdspad naar tenminste het niveau van het OESO-gemiddelde te brengen.
2. Kunt u alsnog de vraag beantwoorden of het aantrekken van buitenlandse PhD-studenten een belangrijke bijdrage levert aan het Nederlandse economische herstel, mede omdat u in uw antwoord de vreemde conclusie trekt dat er sprake zou zijn van het wegsturen van reeds in Nederland aanwezig talent of de beste bijdrage is aan het herstel van de Nederlandse economie?
Antwoord
Ja. Het aantrekken van buitenlandse PhD-studenten kan een bijdrage leveren aan het herstel.
1) Zie Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008-2009, nr. 2516. In de antwoorden van de minister-president op vragen van het lid Pechtold is vraag 2 door de minister-president geformuleerd als "langere maatstaf" waar in de ingediende vragen wordt gesproken over een "lagere maatstaf".