Studenten gaan leren over het echtscheidingsrecht
'Ik doe een appèl op u, en aan iedereen die bij echtscheidingszaken is betrokken, om ouders die in scheiding liggen voortdurend attent te maken op de gevoelens van hun kind.' Dit zei Reinier ter Kuile, directeur Justitieel Jeugdbeleid, bij de opening van het congres ‘De positie van het kind binnen ouderschapsplan’ op 3 september 2009 te Arnhem. Ter Kuile sprak deze speech uit namens minister Rouvoet.
Dames en heren,
‘Een echtscheiding is het einde van de relatie tussen je vader en je moeder en daarom een zeer verdrietige en ingrijpende gebeurtenis in het leven van een kind.’
Dit is vandaag mijn definitie voor het woord echtscheiding. In het woordenboek staat het bondiger: een echtscheiding is de beëindiging van een huwelijk door een rechter. Maar voor mij is dat te kort door de bocht. Ik kies voor vanmiddag daarom een formulering die past bij het onderwerp van deze dag: de positie van het kind binnen het ouderschapsplan.
Mijn naam is Reinier ter Kuile en ik ben directeur Justitieel Jeugdbeleid van het ministerie van Justitie. Ik ben hier echter niet gekomen om een juridisch verhaal af te steken. Want ik spreek vandaag namens minister Rouvoet, Minister voor Jeugd en Gezin. Hij is zelf helaas verhinderd. Vanuit de verantwoordelijkheid van mijn directie voor de totstandkoming van de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding is mij gevraagd de minister te vervangen.
Laat ik beginnen met een korte historische terugblik op echtscheidingen in Nederland. In de 19e eeuw waren overspel en kwaadwillige verlating als echtscheidingsgrond in het Burgerlijk Wetboek opgenomen. De man of vrouw tegen wie echtscheiding was uitgesproken, was ‘schuldig’ en kreeg niet het gezag over de kinderen.
Aan het begin van de vorige eeuw kwam er een verandering ten gunste van het kind: de rechter kon voortaan een beslissing nemen die hij in het belang van het kind achtte. Pas in 1971 verschoof de schuldvraag echt naar de achtergrond. Sinds dat jaar geldt duurzame ontwrichting als echtscheidingsgrond. Bij het bepalen van de alimentatie wordt sinds dat jaar niet langer rekening gehouden wie de ‘schuldige’ is voor het beëindigen van het huwelijk.
De laatste decennia van de vorige eeuw lag het accent op het steeds meer vereenvoudigen van de echtscheidingsprocedure. Die procedure moest het liefst zo min mogelijk rompslomp geven. Het moest allemaal zo min mogelijk tijd kosten. Gaandeweg zijn we zo steeds meer vanuit de volwassenen gaan kijken. We hebben daarbij het belang van het kind uit het oog verloren.
Maar juist wanneer er kinderen bij betrokken zijn, vraagt een echtscheiding om zorgvuldig handelen. De veranderingen voor een kind zijn zo ingrijpend, dat iedere stap van de echtscheidingprocedure uiterst zorgvuldig moet worden gezet.
Het vertrouwen van een kind in zichzelf kan een deuk krijgen als zijn of haar ouders scheiden. Cijfers geven een duidelijk beeld: een op de drie kinderen van gescheiden ouders ondervindt problemen. Dat is twee keer zoveel als bij kinderen uit gezinnen die intact zijn. Die problemen betreffen bijvoorbeeld mindere prestaties op school, angst, agressie of depressies op latere leeftijd.
Het aantal scheidingen is de laatste decennia sterk toegenomen. Iedere week krijgen ruim 1000 kinderen te horen dat hun ouders gaan scheiden. Per jaar krijgen meer dan 60.000 kinderen te maken met een scheiding. Dat zijn heel veel kinderen.
We wensen ieder kind ouders toe met een harmonieuze relatie. Ouders die geen ruzie maken. Ouders die van elkaar houden. Maar dat kunnen we niet afdwingen. Het is ook niet aan de overheid om mensen te vertellen of ze wel of niet uit elkaar moeten gaan. Maar, gelet op de cijfers die ik net noemde, is het wél aan de overheid om te zorgen dat ouders waar nodig ondersteuning krijgen bij het hanteren van hun relatieconflicten. Om boven hun eigen belangen uit te stijgen in het belang van hun kinderen.
Dat geldt in alle gevallen: als de relatie tussen ouders niet goed is, of ouders nu bij elkaar blijven of toch besluiten om uit elkaar te gaan.
Ouders hebben deels zelf in de hand welke emoties zij met hun scheiding bij hun kind teweeg brengen. Dat hangt natuurlijk ook van het karakter en de leeftijd van het kind af. Maar wanneer de ouders elkaar met respect blijven behandelen, kunnen zij er voor zorgen dat de scheiding voor hun kind zo min mogelijk negatieve gevolgen heeft.
Natuurlijk kan dit heel moeilijk voor een ouder zijn. De emoties en zorgen bij een scheiding kunnen flink oplopen. Ook al is de liefde van de ouders voor hun kind heel groot; door alle scheidingsperikelen is er vaak toch te weinig aandacht voor de belangen van het kind.
Het past niet binnen onze cultuur dat er openlijk over relatieproblemen wordt gesproken. Dat vind ik jammer, want ik denk dat met hulp van buitenaf veel nadelige gevolgen voor de kinderen voorkomen kunnen worden. Maar die hulp komt er niet zomaar, daar moet je wel om vragen.
Steun zoeken kan bij familie of vrienden. Of de ouders kunnen een beroep doen op het Centrum voor Jeugd en Gezin of het Algemeen Maatschappelijk Werk. Een andere optie is het inschakelen van een mediator. Steun zoeken is een teken van goed ouderschap.
Uw functie brengt met zich mee dat u veel contact heeft met ouders die gaan scheiden. Of u wordt opgeleid voor zo’n functie. Daarom doe ik een appèl op u, en aan iedereen die bij echtscheidingszaken is betrokken, om ouders die in scheiding liggen voortdurend attent te maken op de gevoelens van hun kind. Ondersteun deze ouders om hun kinderen te beschermen tegen de risico’s van een scheiding.
U kunt daarbij bijvoorbeeld gebruik maken van de brochure ‘Uit elkaar .. En de kinderen dan?’ van het programmaministerie voor Jeugd en Gezin. Die is speciaal gemaakt voor ouders die gaan scheiden. De brochure geeft antwoord op vragen over mogelijke gevolgen van een scheiding voor kinderen. En hoe die gevolgen te beperken zijn. Er staan adressen in van instanties waar ouders én kinderen terecht kunnen voor informatie en advies.
Juist in een periode van scheiding is het voor een kind belangrijk dat het controle heeft over zijn leven. Daarom is het maken van duidelijke afspraken voor de periode ná de scheiding van het grootste belang. Die afspraken leggen ouders vast in het ouderschapsplan.
Viert zij haar verjaardag bij haar vader of haar moeder? Wie betaalt het lidmaatschap van zijn of haar sportclub? Hoeveel weken is zij in de zomervakantie bij haar vader en hoeveel weken bij haar moeder?
Het staat de ouders overigens vrij hoe gedetailleerd zij dit soort afspraken in het ouderschapsplan maken. Ieder gezin is anders, ieder kind is anders, iedere echtscheiding is anders. Maar voor ieder kind geldt wel dat duidelijkheid cruciaal is. Een kind wil weten waar het aan toe is.
Kinderen die het afgelopen half jaar met een scheiding zijn geconfronteerd, krijgen die duidelijkheid. Want met ingang van 1 maart 2009 zijn ouders verplicht om bij scheiding een ouderschapsplan op te stellen. Hier staan afspraken in over de zorgverdeling, kinderalimentatie en informatie-uitwisseling tussen de voormalige partners.
De verplichting om een ouderschapsplan op te stellen, komt voort uit de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding. In de brochure ‘Uit elkaar .. en de kinderen dan?‘ die ik zojuist al noemde, staan ook suggesties voor het opstellen van een ouderschapsplan.
Nieuw is het ouderschapsplan niet. Gelukkig zijn er al jaren verstandige ouders die uit eigen beweging een zogeheten Convenant opstellen. Maar dat geldt niet voor alle echtparen. Daarom denk ik dat deze wet een belangrijke bijdrage zal leveren aan het verminderen van de echtscheidingsproblematiek waar kinderen de dupe van zijn.
Dames en heren,
Eind vorig jaar verscheen de nota Gezinsbeleid. Ook hierin vraagt de Minister voor Jeugd en Gezin de beroepsorganisaties hun leden te stimuleren om in contacten met de ouders het belang van de kinderen meer op de voorgrond te stellen. Ouders te verwijzen naar ondersteuningsmogelijkheden.
De reden dat de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen vandaag dit congres organiseert, is de introductie van een bijzonder nuttig, nieuw vak voor de studenten die HBO-Rechten doen: het vak Jeugdrecht. Ik vind het een uitstekend initiatief van de Hogeschool dat dit vak is toegevoegd aan het pakket van keuzevakken.
Zeker omdat de module Personen- en familierecht onderdeel is van dit vak. Studenten gaan leren over het echtscheidingsrecht. Ze gaan leren over het ouderschapsplan. Wat mij vooral tevreden stemt is dat de docenten de module Jeugdrecht behandelen vanuit het belang van het kind. U kijkt daarbij niet alleen vanuit het juridisch kader, maar u gaat ook te rade bij de Jeugdzorg en de jeugdbescherming.
Ik hoop en verwacht dan ook dat de ondersteuning van ouders en kinderen bij een scheiding binnen deze module stevig aan de orde komt.
Dames en heren,
De belangstelling voor dit nieuwe vak is gelukkig groot heb ik begrepen: 36 vierdejaars HBO-Rechten studenten volgen het komende semester hoorcolleges op dinsdagmiddag in Arnhem over jeugdrecht. Ik wens de aanwezige studenten een leerzame tijd bij het vak Jeugdrecht. U allen wens ik namens Minister Rouvoet nog een succesvol congres!