Onderhandelingsakkoord Ter Horst en dagelijks bestuur Korpsbeheerdersberaad over geld en aantal mensen

Minister Ter Horst en het dagelijks bestuur van de korpsbeheerders van de 26 politiekorpsen zijn het eens geworden over een onderhandelingsakkoord: door efficiënter te werken, meer samen te werken en gebruik te maken van de financiële reserves van de korpsen worden de bezuinigingen oplopend tot 190 miljoen euro per jaar op de politie vorm gegeven. Gezamenlijk doel is te voorkomen dat de bezuinigingen ten koste gaan van het aantal operationeel inzetbare politiemensen. Minder politiemensen op kantoor en meer mensen in blauw op straat en bij de recherche, is de centrale gedachte. Ter Horst en de korpsbeheerders willen deze 'operationele sterkte' garanderen; een onderzoek naar de betaalbaarheid van de sterkte moet uitwijzen of dit ook mogelijk is.

Dat staat in het onderhandelingsakkoord tussen minister Ter Horst, mede namens minister Hirsch Ballin (Justitie) en het dagelijks bestuur van het Korpsbeheerdersberaad (de burgemeesters van de centrumgemeenten in de politieregio's). Het dagelijks bestuur van het Korpsbeheerdersberaad zal het onderhandelingsresultaat met een positief advies voorleggen aan het voltallige Korpsbeheerdersberaad.

Hoewel de korpsbeheerders grote bezwaren hebben met bezuinigingen op de politiezorg, hebben zij hun verantwoordelijkheid genomen om samen met het kabinet uit te zoeken hoe deze bezuinigingen het beste vormgegeven kunnen worden. Het doel daarbij is het daadwerkelijke politiewerk niet aan te tasten en de operationele sterkte op peil te houden. Mogelijkheden voor besparing worden daarom vooral gezocht op het terrein van de ict en het gezamenlijke inkopen van diensten en producten. Door het inzetten van financiële reserves van de politiekorpsen blijft dit eigen vermogen beschikbaar voor daadwerkelijke politiezorg.

Ter Horst en het dagelijks bestuur van de korpsbeheerders zijn het in het onderhandelingsakkoord eens over de volgende punten:

● Er komt een onderzoek naar hoeveel geld er per politieman of -vrouw nodig is. Het onderzoek is bedoeld om te beoordelen of het benodigde aantal politiemensen in balans is met het beschikbare budget.
De uitkomsten van het onderzoek zullen er begin volgend jaar zijn. Tot die tijd maken de korpsbeheerders een voorbehoud, omdat zij nu nog geen 100%-garantie kunnen geven over het behoud van de operationele politiesterkte op lange termijn. Het onderzoek moet uitwijzen of de operationele sterkte ook op de langere termijn kan worden gegarandeerd.
● Met ‘operationele sterkte’ wordt bedoeld de politiemensen in blauw op straat, bij de recherche en in overige functies die bij het eigenlijke politiewerk horen. Nog dit jaar zal er een eenduidige definitie worden vastgesteld over wat operationele functies zijn.
● Om de operationele sterkte op peil te houden, zullen de korpsen de komende drie jaar gemiddeld 1600 aspiranten per jaar aannemen en naar de Politieacademie sturen.
● Veel ondersteunende taken voor de politie kunnen efficiënter uitgevoerd worden als ze in een landelijke, centrale dienst worden gebundeld. Het gaat hier om werk als personeelszaken, ict, organisatie, financiën, administratie, communicatie en huisvesting. Er wordt nog precies uitgezocht welke taken landelijk worden gebundeld in een centrale dienst. Een deel van de ondersteunende taken kan wellicht beter regionaal gedaan blijven worden.
● De politie wordt de komende jaren niet opgezadeld met extra taken, tenzij daar voldoende geld tegenover staat.
● Ter Horst en de korpsbeheerders gaan samen onderzoeken of het politieonderwijs efficiënter en effectiever kan worden ingericht, onder meer door verkorting van de opleidingsduur.

Financiën

● Het bedrag dat bespaard moet worden loopt op van 24 miljoen euro dit jaar via 160 miljoen volgend jaar naar structureel 190 miljoen per jaar vanaf 2014.
● Besparingen op ICT en inkoop het tijdelijk beperken van het aantal aspiranten en enkele andere kleinere begrotingsmaatregelen leveren minimaal een winst op van ongeveer 150 miljoen euro per jaar.
● Daarnaast zullen de politiekorpsen 400 miljoen van hun financiële reserves inzetten, uitgesmeerd over minstens tien jaar vanaf 2011. Hierdoor komt 40 miljoen euro per jaar beschikbaar. Hiermee kunnen de korpsen de afspraken over het aantal aspiranten en het aantal operationele politiemensen halen en de centrale dienst voor ondersteunende taken opbouwen.

Aangezien bij veel korpsen de financiële reserves vast zitten in bijvoorbeeld gebouwen, kunnen zij voor het vrij maken van het geld een lening afsluiten bij het ministerie van Financiën. Voor de rente krijgen de korpsen een volledige vergoeding, zodat deze 'hypotheek' de korpsen niets kost.

Het korpsbeheerdersberaad zal een voorstel doen voor de verdeling van de inzet van het eigen vermogen van de verschillende korpsen.