Dotteren blijft voorlopig bijzondere medische verrichting
Dotteren blijft voorlopig een bijzondere medische verrichting waarvoor ziekenhuizen een vergunning nodig hebben.
Dat liet minister Klink de Tweede Kamer gisteren weten tijdens een debat over hartinterventies.
Op dit moment zijn er 26 ziekenhuizen met een dottervergunning. Acht nieuwe aanvragen worden nog beoordeeld. Als ze aan de kwaliteitseisen voldoen, krijgen ze een vergunning. Na deze acht worden voorlopig geen nieuwe vergunningen meer verleend.
Ballonnetje
Dotteren is het oprekken van de vernauwde bloedvaten door middel van een ballonnetje. Om goed te kunnen dotteren, moet een ziekenhuis de dotterbehandeling vaak uitvoeren; minimaal 600 keer per jaar. De Kamer was bang dat de kwaliteit in gevaar zou komen als er niet langer een vergunning nodig was om een dottercentrum te beginnen. De minister komt de Kamer tegemoet met de vergunningenstop.
Meldplicht
De vergunningplicht blijft in stand tot een wettelijke meldplicht ingaat voor ziekenhuizen die willen dotteren. De meldplicht houdt in dat ziekenhuizen zich bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) moeten melden als zij met dotteren willen beginnen. De IGZ kan dan vanaf het begin kijken of zij voldoen aan de kwaliteitscriteria voor risicovolle behandelingen.
Inzicht
Een andere voorwaarde voor het afschaffen van de vergunningsplicht is dat patiënten en zorgverzekeraars inzicht hebben in de kwaliteit van de dotterbehandelingen van elk ziekenhuis.
Tot de meldingsplicht ingaat, hebben ziekenhuizen een vergunning nodig om te dotteren.