Toespraak minister Ter Horst bij opening academisch politiejaar

Dames en heren,

“Nog leuker dan de Efteling”: dat zei een scholier nadat hij met zijn middelbare schoolklas een dag te gast was op de academie en van alles gezien en gedaan had. Ik las het in uw eigen Politieacademie-magazine. Het blijkt maar weer: politiewerk heeft aantrekkingskracht. Dat blijkt ook uit de cijfers: het afgelopen halfjaar hebben zich 14 duizend mensen aangemeld bij de Politieacademie.

Gelukkig zijn er nog genoeg mensen die ervan overtuigd zijn dat het politiewerk heel veel aantrekkelijke kanten heeft. Mensen zoals u, want ik zie hier een grote groep gemotiveerde aspiranten die aan het begin staat van een nieuw politiejaar. Daar ben ik heel blij mee want we hebben mensen als jullie heel hard nodig om Nederland nog veiliger te maken.

De omstandigheden zijn niet makkelijk.

De crisis heeft ook invloed op de politie. Onze financiële armslag is een stuk minder dan twee jaar geleden. De politie staat niet bóven de samenleving en heeft dus ook te maken met bezuinigingen. Tegelijkertijd is de roep om een veiliger Nederland niet minder groot.
Dat stelt ons voor de opdracht om goed te kijken naar de organisatie van de politie en van het politieonderwijs zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit. Goed onderwijs en een politie die voldoende op sterkte is staan voorop.

Dat moet ook lukken. De komende tijd komen er 6000 aspiranten van school en bovendien blijven meer mensen dan verwacht langer doorwerken. Interessant is vooral te kijken naar de operationele sterkte: de politiemensen op straat en bij de recherche. Samen met de korpsbeheerders garandeer ik dat die operationele sterkte niet zal dalen.

Om die sterkte voor de langere termijn ook betaalbaar te houden zijn wel forse maatregelen nodig. Veel winst is te behalen uit onze manier van werken. Er is meer efficiency mogelijk door taken op het gebied van personeel, salarisadministratie en automatisering meer samen te doen. De heer Van Baal had het over Burgers eisen beter Blauw; ik zeg wel eens: haal maximaal rendement uit iedere agent. Daar liggen nog voldoende mogelijkheden.

Een essentiële mogelijkheid om winst te boeken is de vermindering van het papierwerk voor de agent. Dat is een terecht zorgpunt en ik kom maar weinig agenten tegen die zich hier niet aan ergeren. De bezuinigingen geven een extra prikkel om dit aan te pakken. Staatssecretaris Bijleveld is verantwoordelijk voor de administratieve lastenverlichting voor professionals en ze is hier ook voor de politie volop mee bezig.


Er lopen al veel initiatieven:

  • agenten kunnen ergernissen en oplossingen melden aan mijnechtewerk.nl
  • verschillende formulieren worden vereenvoudigd. Sprekend voorbeeld is het landelijke overdrachtsformulier voor minderjarigen waarbij de politiemedewerker voortaan niet acht maar één pagina hoeft in te vullen.
  • Het nieuwe politiesysteem Basisvoorzieningen Handhaving levert nog veel klachten op. Eén kanttekening hierbij: het is een grote stap voorwaarts dat de korpsen met één systeem werken. Ik heb nog nooit meegemaakt dat de invoering van nieuwe automatisering vlekkeloos verloopt. Maar daarmee praat ik niets goed: we luisteren naar uw klachten en we brengen bouwers en gebruikers bij elkaar om het systeem gebruikersvriendelijker en sneller te maken.

De kredietcrisis heeft ook gevolgen voor de politieacademie en het onderwijs zelf. Het legt een druk op de academie om in tijden van minder financiële armslag goede kwaliteit te leveren. Het is goed dat de academie hier zelf mee aan de slag is en de ambities in de publicatie ‘Burgers eisen beter blauw’ getuigen hiervan.

Cruciaal is dat we een politieacademie hebben die gezaghebbend is binnen het politieveld. Een academie waarvan de korpsen zeggen: dat is ons instituut dat ons voorziet van goed gekwalificeerde mensen.

Naar mijn mening heeft de positie van de academie daar invloed op. Ik heb voorgesteld om de academie een andere positie te geven in het politiebestel. Een positie binnen de centrale bundeling van concern- en bedrijfsvoeringstaken. De voorgestelde wijziging biedt de Politieacademie in mijn ogen de mogelijkheid om meer ván en vóór de politie te worden, zonder dat dit ten koste hoeft te gaan van de huidige kwaliteit van het onderwijs. De discussie hierover is nog volop gaande. Ik heb de korpsbeheerders gevraagd hierover voor half september een standpunt in te nemen. Ook binnen de politiek loopt de discussie nog.

Belangrijker dan de positie van de academie is het onderwijs zelf. U mag van ons verwachten dat we steeds op zoek gaan naar verbeteringen. Op dit moment zijn we aan het kijken of we de opzet van het politieonderwijs kunnen verbeteren en of er mogelijkheden zijn om goed onderwijs te bieden zonder dat we studenten langer op school houden dan nodig is. Dat doen we samen met de Politieacademie, het Nederlands Politie Instituut en de Politieonderwijsraad. We gaan verschillende mogelijkheden na zoals studieduurverkorting en een betere samenwerking met het reguliere onderwijs. Zo’n herziening gaat niet van de ene op de andere dag. Het streven is dat we volgend onderwijsjaar de eerste veranderingen kunnen invoeren.

Ik heb het vooral gehad over de invloed van de kredíetcrisis op de politie en het politieonderwijs. Ik heb het nog niet gehad over de invloed van de gezagscrisis. We leven in een tijd van afnemend gezag. Niet alleen de politie, maar ook andere gezagsdragers kunnen erover meepraten. Het is een breed maatschappelijk verschijnsel dat we niet met een druk op de knop kunnen veranderen. We kunnen het gezag niet terugvragen, we moeten het terugwínnen. U speelt daar een hele belangrijke rol in. Uw handelen op straat, uw gevoel voor de situatie, uw manier van bejegenen bepaalt het gezag van de politie. En de Politieacademie moet u daarbij houvast en richting geven.

Ik heb De heer Van Baal bij zijn aantreden de opdracht gegeven om het gezag weer terug te brengen bij de politie. Ik realiseer me dat dit niet van de een op de andere dag lukt. De politie was lange tijd ‘de beste vriend’ van de burger. De grens tussen agent en maatschappelijk werker was vervaagd.

Dat kunnen we ons niet veroorloven; de politie is niet de enige die verantwoordelijk is voor de veiligheid van burger. Deze tijd vraagt om een andere rol: de politie is er vooral om de orde te handhaven en criminelen op te sporen. Ik begrijp dat dit aanpassing vraagt van veel politiemensen die nog op die andere manier hebben gewerkt. Maar het is wel de weg die we moeten inslaan. De Politieacademie staat hierbij aan de basis. In vele opzichten heeft u de sleutel in handen. U voorziet de korpsen van politiemensen die begrijpen dat gezag voortkomt uit professioneel handelen, integriteit, duidelijkheid en consequentheid. Van aangifte tot veroordeling. ‘Gezag’ moet echt het kernwoord zijn in het komende onderwijsjaar.

Daar heb ik nog één zorgpunt bij. Want willen we met gezag kunnen optreden dan moeten we voldoende aansluiting hebben met de samenleving. Een witte politie in een diverse samenleving is geen goede basis daarvoor. Uit de instroomgegevens van de academie blijkt dat er gemiddeld 34% vrouwelijke studenten binnenkomen en 7% allochtonen. De cijfers zijn nagenoeg gelijk aan die van vorig jaar en ik verwacht meer ambitie op dit punt.

Tot slot. Als je een dag als scholier meeloopt bij de academie lijkt de politie misschien wel zo leuk als de Efteling. U weet dat de politie allesbehalve een sprookjeswereld is. Dat is lang niet altijd makkelijk en ik ben de eerste die dit zal erkennen. Maar over de manier waarop de politie haar werk doet heb ik buitengewoon veel waardering.
Ik wens u allemaal veel wijsheid, veiligheid en plezier in het nieuwe onderwijsjaar.