Kabinet wil niet dat Koninginnedag wezenlijk verandert
Het kabinet wil niet dat het open en feestelijke karakter van Koninginnedag wezenlijk verandert. Het kabinet beseft dat nooit alle risico’s zijn uit te sluiten en zal zich blijven inzetten voor een evenwicht tussen feestelijkheid en veiligheid tijdens nationale evenementen zoals Prinsjesdag, Koninginnedag en Veteranendag. Dat schrijven de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in de kabinetsreactie op de resultaten van de diverse onderzoeken die er zijn gedaan naar de gebeurtenissen op Koninginnedag.
De onderzoeken geven een zorgvuldige weergave van de feiten. Samenvattend kan gezegd worden dat er aanknopingspunten waren die doen vermoeden dat Karst T. (K.T.) een aanslag wilde plegen op leden van de koninklijke familie. Achteraf is echter niet vast te stellen of zijn aanslag ook daadwerkelijk gericht was op het leven van de leden van de koninklijke familie. Door het overlijden van de dader konden het motief en de exacte intenties van K.T. niet met zekerheid worden vastgesteld. Uit het onderzoek van de dienst Nationale Recherche komt naar voren dat het een eenmansactie betrof waarvoor slechts enkele voorbereidingen waren getroffen. Ook is het onwaarschijnlijk dat K.T. vanuit bepaalde ideologische motieven heeft gehandeld.
Zowel de NCTb als de IOOV concluderen dat er door de uitvoerende diensten intensief is samengewerkt. Politie- en inlichtingendiensten hebben voorafgaand aan de dag de nodige inspanningen verricht om (lokale) dreigingsinformatie te krijgen. Uit de dreigingsappreciatie op nationaal niveau van de NCTb bleek dat er sprake was van een laag risico. Er was geen informatie die erop wees dat er een dreiging was op Koninginnedag. Bij het inwinnen van dreigingsinformatie is ook gekeken naar eenlingen die mogelijk een bedreiging voor de leden van het Koninklijk Huis zouden kunnen zijn. Achteraf kan worden geconstateerd dat het terecht was dat Karst T. niet naar boven is gekomen: er was geen informatie waaruit had kunnen blijken dat Karst T. een potentieel gevaar was.
Het maatregelenpakket voor de beveiliging van Koninginnedag 2009 was omvangrijk en grondig voorbereid. De voorbereide maatregelen zijn vrijwel geheel zoals beoogd uitgevoerd. Desondanks is met dit pakket van beveiligingsmaatregelen een aanslag als deze niet voorkomen. De ministers vinden dat de verantwoordelijkheden en bevoegdheden in het stelsel afdoende zijn geregeld om adequate besluitvorming mogelijk te maken. Het stelsel is echter niet op alle onderdelen voldoende uitgewerkt. Wanneer rijks- en decentrale verantwoordelijkheden rond bewaken en beveiligen samenkomen, zoals bij Koninginnedag, geeft de NCTb tot dusverre alleen advies richting lokaal bevoegd gezag in geval van verhoogde dreiging of risico. Samenhang van het geheel van beveiligingsmaatregelen is daardoor niet in alle gevallen gewaarborgd. In de toekomst moet de structurele regie ten behoeve van samenhang en afstemming tussen partijen in het proces van bewaken en beveiligen rond nationale evenementen als Koninginnedag worden versterkt.
Daarnaast zijn verbeteringen mogelijk in de uitvoering van het stelsel en in het proces van het bepalen van het dreigingsniveau; de afwegingen die worden gemaakt tussen beveiliging en andere belangen; en de wijze waarop de beveiligingsfunctie van diverse maatregelen (zoals beveiligingsringen) expliciet wordt gemaakt.
In het Inspectierapport wordt aangegeven dat er indicaties zijn dat de procedures voor en het gebruik van C2000 tijdens een calamiteit niet voldoende zijn uitgewerkt. De minister van BZK heeft het Veiligheidsberaad inmiddels verzocht om met alle C2000-gebruikers na te gaan of deze procedures voldoende helder zijn uitgewerkt en bij alle hulpverleners bekend en geoefend zijn. In samenhang met het bovenstaande zal de minister van BZK – indien daar aanleiding toe is – nagaan in hoeverre het mogelijk is om de capaciteit van het C2000-netwerk binnen de beschikbare frequentieruimte te optimaliseren.
Na de aanslag verliep de uitwisseling van slachtofferinformatie niet soepel volgens de Inspectie. Dit werd onder andere veroorzaakt doordat niet werd gewerkt met de (nationale) gewondenkaart en sommige ziekenhuizen niet onmiddellijk gegevens wilden doorgeven aan de autoriteiten. Als dit wel was gebeurd, dan was de volledige slachtofferlijst van niet-dodelijke slachtoffers waarschijnlijk eerder compleet geweest. Het kabinet zal bij het Veiligheidsberaad, de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten (VNG), Ambulancezorg Nederland en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen aandacht vragen voor deze problematiek en aandringen op heldere afspraken tussen betrokken partijen in een landelijk geldend protocol.
Het rapport van de IOOV meldt dat de medewerkers van de eerste ambulance bij aankomst constateerden dat er sprake was van meerdere slachtoffers. Zij zijn vervolgens overgegaan tot toepassing van het ‘Landelijk Protocol Ambulancezorg’. Zij gaven daarbij niet alleen instructies aan speciaal voor deze dag ingezette hulpverleners, maar ook aan toevallig aanwezige professionals en andere behulpzame aanwezigen. De getoonde redzaamheid door mensen die op dat moment niet in functie waren, maar slechts aanwezig waren op wat een feestelijke dag had moeten zijn, vindt het kabinet bewonderenswaardig en een teken van daadkracht en medemenselijkheid. Het kabinet heeft waardering voor het adequate optreden van de ambulancebemanningen en alle andere hulpverleners ter plaatse. Het heeft zichtbaar gemaakt dat redzaamheid van toevallig aanwezigen een kracht is die de professionele hulpverlening door de overheid waardevol aanvult.
Ten aanzien van de bevindingen van de NCTb onderschrijven de ministers de conclusie van het onderzoek dat in de voorbereiding van evenementen waar rijks- en decentrale verantwoordelijkheden rond bewaken en beveiligen samenkomen zoals Koninginnedag, de benodigde beveiligingsmaatregelen, effectief op elkaar moeten aansluiten. Hiertoe dient de NCTb binnen de bestaande gezagsverhoudingen van het stelsel van bewaken en beveiligen, altijd advies te geven over samenhang en afstemming van beveiligingsmaatregelen.. Dat betekent dat bij evenementen van nationaal belang, die worden bezocht door personen die vermeld staan op de zogeheten limitatieve lijst én waarbij het karakter van het evenement een specifieke of verhoogde druk op de beveiliging kan leggen, de NCTb altijd advies geeft over samenhang van beveiligingsmaatregelen en de afstemming tussen betrokken partijen, ongeacht het dreigings- of risiconiveau
In de toekomst zal de NCTb met alle betrokken partijen tot de vaststelling van landelijke afgestemde dreigingsscenario’s komen en deze periodiek actualiseren. Deze dreigingsscenario’s moeten bijdragen aan een meer systematische afweging bij het vertalen van voorstelbare dreigingen in adequate beveiligingsmaatregelen. Ook zal in de toekomst bij evenementen van nationaal belang de systematiek van beveiligingsringen structureel gehanteerd worden.
Het kabinet benadrukt dat de werking van het stelsel van bewaken en beveiligen nooit alle risico’s kan uitsluiten. Het kabinet is het erover eens dat dit streven zou leiden tot draconische beveiligingsmaatregelen die voorbij gaan aan de essentie; namelijk het veilig maar ook zo ongestoord mogelijk kunnen functioneren van te beveiligen personen. Bij de voorbereiding van de beveiliging kan echter blijken dat alternatieve beveiligingsmaatregelen noodzakelijk of gewenst zijn. In dat geval zullen deze wijzigingen worden opgenomen in de plannen die ter goedkeuring aan het bevoegd gezag, i.c. de lokale driehoek voor lokale domein en de NCTb voor het rijksdomein, worden voorgelegd.