Kabinet: geen parallelle samenleving laten ontstaan
Het kabinet wil er geen misverstand over laten bestaan dat bepaalde elementen en interpretaties van de sharia haaks staan op de kernwaarden van onze democratische rechtsstaat. Strafbare gedragingen zullen worden vervolgd en in voorkomende gevallen kunnen rechtspersonen worden ontbonden of verboden verklaard. Het kabinet ziet het dan ook als zijn taak, te zorgen dat er geen parallelle samenlevingen ontstaan waar mensen het recht in eigen hand nemen of een eigen rechtssysteem hanteren dat zich buiten de kaders van onze rechtsorde begeeft. Dit schrijft minister Hirsch Ballin van Justitie in een brief aan de Tweede Kamer, mede namens minister Van der Laan voor Wonen, Wijken en Integratie.
Een vorm van geschillenbeslechting over geloofskwesties of passend gedrag van moslims in bepaalde situaties waaraan betrokkenen zich vrijwillig onderwerpen, hoeft niet in strijd met onze openbare orde te zijn. ‘Tegen dwang, ongeoorloofde druk of machtsmisbruik zal ik krachtig optreden’, aldus minister Hirsch Ballin.
Ook schrijft de bewindsman dat in Nederland geen polygame huwelijken kunnen worden gesloten met een juridisch bindend karakter, noch scheidingen op grond van de sharia worden uitgesproken die enig rechtsgevolg hebben. Naar de mogelijkheden om de strafbaarstelling van polygamie uit te breiden wordt nader onderzoek gedaan. De resultaten van een rechtsvergelijkend onderzoek naar de erkenning van polygame huwelijken worden niet voor eind november 2009 verwacht.
Verder gaat de brief in op de resultaten van een onderzoek naar informele huwelijken in Nederland. De indruk is, dat informele huwelijken op kleine schaal voorkomen en dat het aantal afneemt. Er is echter een toename te zien in informele huwelijken in islamitische kringen; waarbij tevens wordt geconstateerd dat het informeel trouwen met een imam in een moskee juist afneemt.
Behalve onwetendheid, die een enkele keer voorkomt, lijkt het belangrijkste motief voor het informele huwelijk in islamitische kringen het legitimeren van een relatie (en de daarmee gepaard gaande seksuele omgang) voor God en de sociale omgeving. Het vormt in islamitische kringen het alternatief voor ongehuwd samenwonen.
De relatiebevestigingen lijken aan te sluiten bij de in Nederland in het algemeen bestaande trend van informalisering van relaties. In de gevallen waar het hier om gaat is het echter twijfelachtig of er handelingen worden verricht die op een huwelijk betrekking hebben en of dat sprake is van een religieuze inzegening van een relatie. Tevens is onvoldoende duidelijk of de uitvoerder van een informeel huwelijk een religieus bedienaar is of niet.
De onderzoekers constateren tenslotte dat er geen goed zicht is op de omvang van het verschijnsel informele huwelijken en dat in het bijzonder over huwelijken in salafistische kringen en over geheime huwelijken in andere religies slechts oppervlakkige kennis beschikbaar is. Zij geven aan dat kennis hierover zeer moeilijk zal zijn te verwerven.
De bevindingen van de onderzoekers geven geen aanleiding tot beleidswijzigingen. Voorlichting over (het ontbreken van) de juridische gevolgen van relatiebevestigingen blijft nodig, met name ter bescherming van vrouwen die hier nog maar kort verblijven. Het kabinet ondersteunt diverse projecten die het verbeteren en versterken van de positie en weerbaarheid van migrantenvrouwen tot doel hebben, zoals rond huwelijksdwang en achterlating. Met deze projecten probeert het kabinet te bewerkstelligen dat met name migrantenvrouwen op de hoogte zijn van hun rechten en plichten in de Nederlandse samenleving.
Het is niet bekend of er door verenigingen of stichtingen shariarechtspraak wordt gefaciliteerd of georganiseerd die verder gaat dan advisering of geschillenbeslechting over geloofsregels. Of er imams bij shariarechtspraak zijn betrokken en hoeveel dit er zijn, moet ook blijken uit het onderzoek naar de mate waarin shariarechtbanken voorkomen in Nederland. De resultaten daarvan worden voor de zomer van 2010 verwacht.