Het Klein Allochtonenboek
Spreekpunten voor ontvangst Het Klein Allochtonenboek, basisschool de Rietlanden, Amsterdam, 1 september 2009.
- Dank jullie wel voor dit leuke boek;
- Ik zal jullie eerlijk vertellen dat ik niet zo graag het woord allochtoon gebruik. Ik zeg liever Russische-Nederlander of Turkse-Nederlander;
- Maar ik snap jullie manier goed. Ik denk dat we helemaal niet zo anders erover denken;
- Nu vind ik het ook erg leuk over geschiedenis te lezen, dus ik weet dat alle Nederlanders ooit van elders zijn gekomen. Dat staat ook in dit boekje: als je maar ver genoeg terug gaat in de tijd, is iedereen allochtoon;
- Dat is ook zo en dat is het mooie aan Nederland. Het is heel divers; er wonen veel mensen uit veel verschillende landen hier;
- Dat zie je op straat. Er is een heleboel kleur en er zijn Chinese, Kroatische en Turkse restaurants waar we lekker kunnen eten;
- Dat is ook wat jullie gemeen hebben. Allemaal zo verschillend, maar van lekker eten houden jullie allemaal;
- Waarom gebruik ik toch niet zo graag het woord allochtoon? Omdat ik niet graag mensen apart zet. En als je iemand indeelt in een groep anders dan de jouwe, sluit je ze uit. Daarom zeg ik tegen Chauntall uit Suriname, Surinaams-Nederlands. En tegen David uit Rusland, Russisch-Nederlander. En Saagar uit India noem ik een Indiase-Nederlander. Dat vind ik mooier omdat het zegt dat jullie Nederlands zijn, zonder te ontkennen waar jullie of jullie ouders vandaan komen;
- Maar uiteindelijk gaat het erom dat we allemaal mensen zijn die in Nederland wonen, werken en naar school gaan;
- En dat betekent dat we allemaal dezelfde rechten en plichten hebben;
- Het maakt helemaal niet uit waar je geboren bent of waar je ouders geboren zijn;
- Kamilia uit Iran, mag en moet net zo veel als Mark uit Nederland en die mag en moet hetzelfde als Jill van de Molluken, Mamuka uit Georgië, Yasmina uit Eritrea, Melissa uit Turkije, Winghee uit Hong Kong, Jeffrey uit Ghana en Zakaria uit Marokko;
- Jullie staan allemaal in dit boek met een prachtige foto en vertellen kort iets over wat je leuk vindt en hoe het thuis gaat;
- Wat ik heel bemoedigend vind, is het verhaal van Jeffrey uit Ghana. Hij zegt dat hij thuis zijn ouders dwingt Nederlands te spreken, zodat ze sneller de taal leren. Goed zo Jeffrey!;
- Wat dit boekje vooral laat zien, is dat jullie heel erg op elkaar lijken en ook weer heel erg verschillen. Je wilt lekker eten, spelen met je vrienden en vriendinnen en jullie hebben een favoriete juf of meester. Net als ik vroeger. En thuis is het allemaal anders dan op straat of op school;
- Dat is niet erg, koester dat. Zie jouw geboorteland of dat van je ouders niet als belemmering of probleem. En laat je ook niet wijs maken dat het een probleem is.
- Blijf hier [op school] je best doen en wees een beetje aardig voor elkaar. Het is heel makkelijk en heel belangrijk;
- Bedankt voor dit leuke boek. Doe je best op school en wees aardig voor elkaar.