Opening collegejaar TU Delft
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
Beste mensen,
Hoe zou ons land eruitzien zonder de TU Delft? De namen van enkele alumni zeggen genoeg:
· Gerard Philips (grondlegger multinational Philips. Afgestudeerd in 1883).
· Cornelis Lely (de man achter de Afsluitdijk, een waterstaatkundig project met wereldfaam. Afgestudeerd in 1875).
· Johan van Veen (‘vader van de Deltawerken’, afgestudeerd in 1919).
· Mels Crouwel (ontwierp het vernieuwde Schiphol en was Rijksbouwmeester van 2004 tot 2008, afgestudeerd in 1978).
· De mannen van Holland Container Innovations, een start up vanuit TU Delft. Ze zijn vast van plan de logistieke wereld te veroveren met hun opvouwbare zeecontainer.
· Tal van medewerkers van mijn ministerie, onder wie mijn directeur-generaal Rijkswaterstaat Bert Keijts, hebben hier gestudeerd.
· Zelf kom ik overigens van TU Eindhoven… Ook een goeie opleiding.
TU Delft zet Nederland op de kaart als innovatieland. Een recent voorbeeld uit eigen ervaring is mijn bezoek aan de luchtvaartshow Le Bourget bij Parijs, in juni. Wetenschappers van TU Delft presenteerden daar hun ontwerp van een elektrovliegtuig dat zowel snel als ver kan vliegen. Stil, schoon (geen CO2-uitstoot) en efficiënt.
Natuurlijk is er nog heel veel research nodig voordat een dergelijk toestel echt kan vliegen. Dat is lange-termijnwerk. Maar het is toch goed dat Nederland hierin voorop loopt. Dat trekt internationaal de aandacht. Het is niet voor niets dat TU Delft het hoogste percentage buitenlandse studenten heeft van alle Nederlandse universiteiten.
Sleutels voor succes
TU Delft is voortgekomen uit de ‘Koninklijke Akademie ter opleiding van burgerlijke ingenieurs zoo voor ’s lands dienst als voor de nijverheid en van kweekelingen voor den handel’. Een hele mond vol. Deze academie werd in 1842 door koning Willem II opgericht.
De verbinding tussen techniek en economie (nijverheid en handel) bestond dus al vanaf het begin. En die verbinding is tot op de dag van vandaag blijven bestaan.
TU Delft was nauw betrokken bij de vormgeving van ons land in de 19de en de 20ste eeuw.
De tijd dat we dijken en duinen doorbroken voor onze mainport Rotterdam en de sluizen bij IJmuiden.
De tijd dat we grote stukken land veroverden op de zee.
De tijd dat we vijf meter onder de zeespiegel een van de grootste en meest geavanceerde luchthavens van Europa bouwden.
Jullie voorgangers, studenten en ex-studenten van de TU Delft, waren erbij en maakten het mogelijk.
Dit is dus de juiste omgeving om – los van de waan van de dag – eens samen na te denken over hoe we Nederland sterk kunnen houden.
De vraag is: What’s next? Hoe gaan wij samen onze 21ste eeuw vorm geven?
Naar mijn overtuiging is ‘grenzenloze ambitie’ – het motto van vandaag – daarbij broodnodig. Grenzenloze ambitie op drie vlakken die elkaar onderling versterken: ondernemerschap, open verbindingen en innovatie.
Een blik op de geschiedenis laat zien wat ik bedoel.
· De veertiende en vroege vijftiende eeuw waren een bloeitijd voor de Chinezen. Zij waren toonaangevend in scheepsbouw, mechanica en navigatie. Het magnetisch kompas is een Chinese uitvinding. Je zou kunnen zeggen dat de weg naar onze TomTom, bij hen begint.
· De Hollanders in de zeventiende eeuw. Zij creëerden het eerste ‘world wide web’ (over het water) en vonden bovendien de multinational uit (VOC). Vorig jaar publiceerde de Amerikaanse onderzoeker William Bernstein een boek over de geschiedenis van de handel (A Splendid Exchange). Hij schrijft daarin dat in de 17de eeuw “alle wegen naar Nederland liepen” en dat de Nederlanders “het eerste werkelijk mondiale handelssysteem” creëerden. Niet slecht voor een landje met (toen) 1,5 miljoen inwoners. Bernstein legt overigens ook een verband tussen het Nederlandse succes en het relatief vrije, tolerante klimaat hier.
· De Britten in de achttiende en negentiende eeuw. Uitvinders van de stoommachine en van het spoorvervoer. Tel daar de Britse handelsgeest bij op. Daardoor kon Engeland een onverslaanbare industriële macht worden.
· De Amerikanen in de twintigste eeuw. Altijd op weg naar ‘a new frontier’. Denk aan de T-Ford (in 1908 de eerste auto die in massaproductie genomen werd). Denk aan ‘a man on the moon’. Denk aan het internet, waarvoor de Amerikanen de weg hebben bereid.
Allemaal voorbeelden van uiterst succesvolle samenlevingen waarin welvaart, culturele bloei, en vernieuwing op tal van terreinen hand in hand gaan.
Geheim van het succes?
· Excelleren in open verbindingen (eerst maritiem, later: (spoor)wegen, lucht- en ruimtevaart, digitale netwerken).
· Ruim baan voor ondernemerschap en handel. (“Over de dijken heen denken.”)
· Inzet op innovatie.
De tijden van de Gouden Eeuw liggen natuurlijk ver achter ons. En het lijkt soms wel alsof zich een zeker pessimisme van ons heeft meester gemaakt. Niet alleen in deze crisistijd, maar breder.
Scepsis overheerst: “het wordt allemaal minder”. De buitenwereld wordt gezien als bedreiging. Kansen worden gezien als risico’s. Problemen als molenstenen om onze nek. Veranderingen als achteruitgang.
Maar is dat terecht?
Laten we eens een aantal beelden langslopen.
Beeld 1. Nederland delft het onderspit in deze tijd van open grenzen en globalisering
Ten eerste het beeld dat Nederland het onderspit delft in deze tijd van open grenzen en globalisering.
Jullie kennen de sombere geluiden. Onze productie verdwijnt naar China. De Europese Unie beknot onze vrijheid. Polen pikken onze banen in.
En inderdaad… scheerapparaten worden er niet of nauwelijks meer gemaakt in Nederland. En de helft van de lampen van Philips wordt tegenwoordig geproduceerd in het Verre Oosten.
Maar kijk eens naar de dieper liggende feiten.
Vlak voor de zomer maakte de WTO bekend dat Nederland op de wereldranglijst van exporteurs is gestegen naar de vijfde plek (achter Duitsland, de VS, China en Japan). Dat is mede te danken aan onze sterke positie als doorvoerland (met de haven Rotterdam en Schiphol in een essentiële rol). Onze open economie is dus een bron van kracht in plaats van een zwakte. Nog steeds lopen heel veel wegen via Nederland.
We verdienen meer dan de helft van onze boterham over de grens.
De waarde van onze uitvoer in procenten van ons Bruto Nationaal Product is 69%.
Vergelijk dat met de landen om ons heen.
In Duitsland is het 39%
In het Verenigd Koninkrijk 27%.
En verder weg, in de Verenigde Staten, is het 11%.
Ik merk het ook als ik in het buitenland kom, zoals vorig jaar in Brazilië. Er zwaaien deuren voor je open. Niet vanwege mijn Portugese babbel, geleerd van mijn Braziliaanse neefjes en nichtjes. Maar omdat Nederland iets te bieden heeft. De Haven Rotterdam is een begrip. Men kent onze ervaring en kunde op het vlak van watermanagement, logistiek, infrastructuur, mainports, distributie en – in toenemende mate – duurzaamheid.
Angst voor Europa? De open markt in Europa heeft Nederland juist ‘extra PK’ gegeven. De helft van onze welvaartsgroei sinds halverwege de jaren tachtig hebben we te danken aan de EU.
Een voorbeeld uit mijn eigen beleidspraktijk. Vroeger stonden onze vrachtauto’s dagen aan de grens. Soms zelfs bij drie, vier verschillende grenzen, voordat de klant werd bereikt. Nu rijden we in één ruk door. Het afschaffen van die grenzen scheelt de Nederlandse transportsector 60 miljoen douaneformulieren per jaar. Dat is echt de verdienste van Europa!
En de Polen? Laten we niet vergeten dat Poolse vrachtwagenchauffeurs hier de vacatures hebben opgevuld toen Nederlandse distributeurs met de handen in het haar zaten omdat ze geen mensen konden vinden.
Een vrij verkeer van personen, goederen en diensten geeft ons kansen die de generaties vóór ons niet hadden. Dat geldt voor ondernemers, voor chauffeurs en zeer zeker ook voor studenten! De vrijheid om in heel Europa te reizen en te werken is onbetaalbaar. Helemaal als je aan de TU Delft hebt gestudeerd.
De wereld ligt voor jullie open. Veel belangrijke ontwerpers in de auto-industrie hebben hier in Delft Industrieel Ontwerpen gestudeerd.
· Adrian van Hooydonk, nu director design bij BMW;
· Fedde Talsma, chief designer bij Volvo.
Internationaal vragen mensen zich vaak af hoe het komt dat de ‘Dutch guys’ het zo goed doen in de automotive industrie, terwijl Nederland daarin geen grote rol speelt.
Dat is de kracht van kennis en creativiteit.
Neem deze iPhone. Ik neem aan dat ik niet de enige ben die er een heeft…
Kijk eens achterop: ‘Assembled in China. Designed by Apple in California’.
De wereld in je broekzak met een iPhone. Mede dankzij de navigatie-applicatie en routeplanner van het Nederlandse TomTom, een van de wereldleiders op dat gebied.
Beeld 2. In Nederland komt niets van de grond
Een tweede beeld dat zich bij veel mensen heeft vastgezet, is dat er in Nederland nooit iets van de grond komt. Dat het eindeloos duurt voordat noodzakelijke infrastructuur wordt aangelegd. Dat de files toch niet op te lossen zijn.
En inderdaad, deze sceptici hebben veel ervaringsfeiten aan hun zijde.
De besluitvormingsmolen maalt te traag. Een beslissing nemen over een stukje weg duurt gemiddeld elf jaar. En soms zelfs meer dan veertig jaar, zoals bij de A4 Delft-Schiedam. De overheid lijkt meer te remmen dan te rennen.
Voor de Tweede Maasvlakte en de natuurontwikkeling die daarbij hoort, waren milieu-effectrapporten nodig met een omvang van 6.000 pagina’s.
Een ander voorbeeld: het stationsgebied in Utrecht, het spoorknooppunt van Nederland. Al lange tijd wil de gemeente het aanpakken. In totaal zijn daarvoor 4.200 vergunningprocedures nodig, waarvan de helft in aanmerking komt voor beroep en bezwaar. Geen wonder dat het eindeloos duurt.
Het autogebruik in Nederland is sinds het jaar 1985 met 54 procent gegroeid. Het aantal treinkilometers verdubbelde in die tijd (mede dankzij het succes van de OV-studentenkaart). We maken steeds meer kilometers met zijn allen. Onze wegen en spoorwegen behoren tot de intensiefst gebruikte ter wereld. De filedruk is hier groter dan in België en Duitsland.
We zijn een land van open verbindingen en hebben een excellente infrastructuur broodnodig. Mobiliteit hóórt bij een dynamische samenleving. Ik ben dan ook absoluut niet van de school die zegt dat we de mobiliteit moeten gaan afknellen. Integendeel. We moeten juist sneller en beter besluiten, en bouwen!
Er was een omslag in denken nodig. Een paradigma-shift. En daarmee is een andere wind gaan waaien door bestuurlijk Nederland.
Concreet brengen we de doorlooptijd van projecten met de helft terug, door de besluitvorming anders op te zetten. Geen vrijblijvendheid meer, maar doelbewust toewerken naar het gezamenlijk oplossen van problemen.
We hebben een spoedaanpak wegen, waarmee we 30 hardnekkige knelpunten in het wegennet nog deze kabinetsperiode gaan oplossen.
In aanvulling daarop komen we volgende maand met een Crisis- en herstelwet waarmee infrastructuurprojecten sneller van de grond kunnen komen. Ook spoorprojecten.
We werken toe naar hoogfrequent spoor. Dat wil zeggen: een metrosysteem tussen de grote steden in de Randstad, Brabant en Gelderland. Om de vijf minuten een trein, dus reizen zonder spoorboekje.
Ik beloof jullie in ieder geval dat ik nog voor het einde van jullie eerste semester een beslissing zal nemen over de A4 Delft-Schiedam; de weg waarover sinds 1963 (tien jaar vóór mijn geboorte) wordt gepraat.
Beeld 3: Nederland zakt weg als luchtvaartland
Lucht- en ruimtevaarttechniek heeft een belangrijke plek binnen deze universiteit. Daarom zeg ik ook graag nog iets over onze positie als luchtvaartland.
Het beeld is dat we langzaam wegzakken. Vliegtuigbouwer Fokker is verdwenen. Schiphol is uit de top tien van grootste luchthavens ter wereld geduikeld. KLM/Air France wordt zwaar getroffen door de crisis.
Heeft het nog wel zin om te kiezen voor een studie luchtvaart, zou je zeggen.
Ja!
De Nederlandse luchtvaartsector speelt in de eredivisie mee. En er zijn volop kansen voor jonge aankomende ster-spelers.
Schiphol staat te boek als een van de beste luchthavens ter wereld. En KLM/Air France staat al vier jaar lang genoteerd als meest duurzame luchtvaartmaatschappij op de Dow Jones Sustainability Index.
Nederlandse leveranciers aan de luchtvaart lopen op tal van gebieden internationaal voorop. We zijn bijvoorbeeld sterk in de ontwikkeling van innovatieve materialen, zoals GLARE en thermoplastische composieten. Beide worden momenteel toegepast bij de Airbus A380. Het gaat hier om Nederlandse innovaties die hebben bijgedragen aan het meest groene vliegtuig per passagierskilometer, in termen van CO2-uitstoot en geluid.
TU Delft is in het netwerk van innovatieve bedrijven en instellingen een cruciale speler. Daarnaast hebben we nog tal van andere top-instellingen, waaronder het Nationaal Lucht- en Ruimtevaart Laboratorium en TNO.
Echt een omgeving waarin je als student je vleugels uit kunt slaan.
Wat het nog extra interessant maakt, is dat het onderzoek dat hier wordt verricht ook buiten de luchtvaart effect heeft. Neem technostarter Ephicas, een ‘start up’ vanuit TU Delft. Dat jonge bedrijf creëert aerodynamische oplossingen voor trucks waarmee de luchtweerstand wordt verminderd. Dat leidt tot brandstof- (en emissie)besparingen van meer dan 5 procent.
Over de dijken heen
Ik heb jullie een drietal beelden geschetst. Ons zelfbeeld is vaak negatief. Angst overheerst. En vaak lijken de cijfers dat negativisme nog te staven ook.
Maar wie wat dieper graaft, ziet een andere werkelijkheid. Nederland kan trots zijn op zijn positie in de wereld. We boksen boven ons gewicht. En we delen rake klappen uit. We kunnen vertrouwen op eigen kracht.
Onze economie is open en internationaal georiënteerd. Dat moet richting geven aan ons denken en handelen.
Het slechtste wat we kunnen doen is: navelstaren, ons terugtrekken achter de dijken, ons mentaal en fysiek afwenden van de wereld om ons heen.
Zo’n houding is niet alleen een ontkenning van alles wat Nederland in het verleden succes heeft gebracht, het is ook een spaak in het wiel van onze toekomst.
Sterke dijken zijn van vitaal belang voor onze veiligheid. Maar ze zijn niet bedoeld om achter te blijven hangen. Ze zijn juist onze uitvalsbasis naar de rest van de wereld, waarmee we in open verbinding staan.
De toekomst is in handen van hen die durven en die willen excelleren in kwaliteit.
Van ‘bang’ naar ‘lef’ en ‘actie’.
Ik prijs me gelukkig met een kennisinstelling als de TU Delft, die op dit gebied concreet aan de weg timmert.
Daarom ben ik ook blij met de samenwerkingsagenda die TU Delft en mijn ministerie eerder vandaag hebben afgesproken.
We zullen het voor een belangrijk deel van jullie moeten hebben. Of je nu civiele techniek studeert, industrieel ontwerpen, bestuur en management, informatica, lucht- en ruimtevaarttechniek of geowetenschappen.
Hier in de zaal zit misschien de volgende Gerard Philips. Gewoon in een schuurtje of op een zolder wat aanrommelen met techniek, en van daaruit de grondslagen leggen voor een wereldimperium. Het kán. Het is eerder vertoond, niet alleen in de VS met Apple, maar ook in Nederland.
En wie weet, hebben we ook de volgende Cornelis Lely in ons midden. De vrouw – want waarom zou het geen vrouw zijn? – die de wereld rond 2030 zal verbazen met een waterstaatkundig project dat onze stoutste dromen nu nog te boven gaat.
Jullie hebben het voorrecht te studeren aan een van de meest prestigieuze instellingen in Nederland en ver daarbuiten. Ik wens jullie veel succes en veel plezier tijdens het komende collegejaar.
Vertrouw op je eigen kracht. Laat je grenzenloze ambitie de vrije teugel. Nederland verwacht veel van jullie! Ik verheug me erop samen met jullie onze 21ste eeuw vorm te helpen geven.