Kamervragen Agema over het bericht dat er nog altijd een flink tekort aan kraamhulpen is

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

CZ-K-U-2949688

31 augustus 2009
Betreft Kamervragen

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Agema (PVV) over het bericht dat er nog altijd een flink tekort aan kraamhulpen is (ingezonden 7 augustus 2009).

Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink

Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Agema over het bericht dat er nog altijd een flink tekort aan kraamhulpen is.
(ingezonden 7 augustus 2009)

1
Bent u bekend met het bericht “Nog steeds tekort aan kraamhulpen”? 1)

1
(Zie mijn antwoord op vraag 1, Langkamp en Leijten dd 7 augustus 2009)
Het bericht van Nu ’91 en de NBvK neem ik serieus, al wordt het door hen geschetste beeld niet gedragen door de sector. Het artikel in het AD van 6 augustus 2009 en het bericht in het RTL nieuws van 6 augustus 2009 leiden tot onnodige onrust bij gezinnen die in de nabije toekomst een beroep willen doen op kraamzorg.
In de brief van 9 juli 2009 waarin ik de tweede voortgangsrapportage Zwangerschap en geboorte naar de Kamer stuurde heb ik u reeds gemeld dat ik mij de afgelopen periode voortdurend op de hoogte heb laten houden over de voortgang in de capaciteitsopbouw in de kraamzorg. Op 12 mei 2009 is er overleg geweest met de kraamzorgpartijen (ActiZ, Branchebelang Thuiszorg Nederland (BTN), Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en ook de beroepsverenigingen van kraamverzorgenden (Nederlandse Beroepsvereniging voor Kraamverzorgenden en Sting)) over de kraamzorgcapaciteit. De kraamzorgpartijen hebben toen aangegeven dat zij deze zomer geen onoverkomelijke tekorten zagen. Daar waar zich alsnog tekorten zouden voordoen, kunnen deze door evenwichtige spreiding van capaciteit worden ondervangen of worden alternatieve activiteiten uitgezet om zoveel mogelijk aan de vraag van de cliënten tegemoet te komen. Daarbij denk ik bijvoorbeeld aan het inzetten van huishoudelijke ondersteuning.
Ik besef mij terdege dat de tekorten in de kraamzorg nog niet in alle regio’s structureel zijn opgelost. De kraamzorgpartijen hebben echter succesvolle inspanningen geleverd zoals beschreven in het “Plan van Aanpak 2008-2010 arbeidscapaciteit kraamzorg”. Ik heb hier in 2008 20 miljoen in geïnvesteerd, het is nu aan de partijen in het veld om de komende jaren deze capaciteitsproblemen aan te pakken middels het implementeren van het “Plan van Aanpak 2008-2010 arbeidscapaciteit kraamzorg”.

2
Hoeveel jaar bestaan de problemen met een groot tekort aan kraamhulpen nu al? Waarom bent u tot nu toe niet in staat deze problemen op te lossen? Hoe groot is het tekort aan kraamhulpen nu?

2
De tekorten aan kraamverzorgenden in de zomerperioden bestaan al enkele jaren. Daarom zet ik mij maximaal in om dit probleem duurzaam op te lossen. Ik investeer nu 20 miljoen in de in het “Plan van Aanpak 2008-2010 arbeidscapaciteit kraamzorg” geschetste maatregelen. Het is nu aan de partijen in de kraamzorg zelf om dit voortvarend op te pakken. Tijdens de gesprekken die ik met de partijen in de kraamzorg gevoerd heb, bleek dat zij zich hiervoor enorm inzetten.

3
Wat is uw reactie op de bevindingen van de afgehaakte cursisten dat de werkdruk voor kraamhulpen te hoog is en de beloning te laag?

3
De beloning van de kraamverzorgenden in opleiding is conform de huidige CAO. Het leerlingensalaris van een kraamverzorgende is min of meer gelijk aan het leerlingensalaris in andere sectoren op hetzelfde MBO-niveau.
Net als in andere zorgberoepen, is kraamzorg niet gemakkelijk planbaar. Er wordt van toekomstige kraamverzorgenden verwacht dat zij flexibel omgaan met de wisselende werkdruk, immers bevallingen zijn lastig te voorspellen. Dit is tegelijk ook de charme van het beroep. De intrinsieke motivatie van de (aanstaande) kraamverzorgende zorgt er gelukkig voor dat vele kraamverzorgenden met plezier hun werk doen en de werkdruk hierbij voor lief nemen.

4
Hoeveel ouders hebben in 2007, 2008 en tot nu toe in 2009 geen 49 uren kraamhulp na de geboorte van hun kindje gekregen, en hoeveel ouders kregen niet eens het wettelijk minimum aantal uren kraamzorg? Hoeveel ouders hadden door bijvoorbeeld complicaties bij de geboorte of ziekte van hun kindje een indicatie voor meer uren zorg en kregen dit door het tekort aan kraamhulpen niet? Welke risico's hebben al deze ouders gelopen?

4
Feitelijke gegevens hierover ontbreken op dit moment. Vanuit het project Zichtbare Zorg Kraamzorg is een prestatie-indicator ontwikkeld die meet in welke mate de kraamzorgorganisatie de afgesproken kraamzorg in duur is nagekomen. Naar verwachting komen deze gegevens in 2010 beschikbaar. Ik ga er vanuit dat de sector verantwoorde zorg levert, met name gezien de extra investeringen die ik gedaan heb.

5
Herinnert u zich het debat van 28 mei 2008 waarin u een motie van ondergetekende ontraadde die opriep de door uw regering beloofde verhoging van het gemiddeld aantal uren kraamhulp van 44 naar 49 uur waar te maken, en waar u zei: “Wij vinden allemaal dat die verantwoordelijkheid moet worden waargemaakt”? Wanneer maakt u uw verantwoordelijkheid dan waar?

5
Natuurlijk vind ik dat die verantwoordelijkheid moet worden waargemaakt. De sector heeft bij mij aangegeven dat zij tot op heden op schema ligt. Ik kan niet verwachten dat binnen 6 maanden de doelstellingen van een drie jaar lopend Plan van Aanpak worden waargemaakt. Opleiden kost nu eenmaal tijd; alle betrokkenen hebben tot nu toe maximale inspanningen geleverd om zo snel en zo uitgebreid mogelijk met extra opleidingen te beginnen.

1) NOS Teletekst, 6 augustus 2009

Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van de leden Langkamp en Leijten (beiden SP), ingezonden 7 augustus 2009 (vraagnummer 2009Z14566)