Grip op onderwaterduinen door nieuwe methode
De Hydrografische Dienst van de Koninklijke Marine heeft een methode ontwikkeld om de verplaatsing van gevaarlijke onderwaterduinen te voorspellen. Dankzij de nieuwe methode zijn minder metingen nodig. In sommige gebieden is de meetfrequentie al gehalveerd.
De zogenoemde zandgolven van soms wel 5 meter hoog kunnen zich met 100 meter per jaar verplaatsen en vormen zo een gevaar voor de scheepvaart. Voor de Dienst der Hydrografie van de Koninklijke Marine zijn de duinen mede reden om constant de bodem van de Noordzee in kaart te brengen.
De methode
ir. Leendert Dorst ontwikkelde de methode
Leendert Dorst, hoofd afdeling Geodesie en Getijden van de Dienst der Hydrografie, ontwikkelde een op statistiek gebaseerd model dat een tijdserie dieptemetingen van één locatie vergelijkt. Hiermee wordt een inschatting gemaakt van de richting en snelheid van een zandgolf. Leendert Dorst deed zijn promotieonderzoek binnen de vakgroep Waterbeheer aan de Universiteit Twente.
De Hydrografische Dienst
De Hydrografische Dienst van de Koninklijke Marine geeft, namens de Staat der Nederlanden, officiële zeekaarten, hydrografische publicaties en hydrografische kaarten uit voor zowel de beroeps- als recreatievaart. Om deze kaarten actueel te houden, brengen de hydrografische opnemingsvaartuigen van de marine, Hr. Ms. Luymes en Hr. Ms. Snellius constant de zeebodem van het Nederlands deel van het continentaal plat in kaart.