Antwoorden op Kamervragen De Vries en Sterk over de bedreiging van de continuering van zorg aan kinderen
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden De Vries en Sterk (beiden CDA) over de bedreiging van de continuering van zorg aan kinderen (2009Z12237).
Hoogachtend,
Mede namens de minister voor Jeugd en Gezin,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden De Vries en Sterk over de bedreiging van de continuering van zorg aan kinderen (2009Z12237).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel “Continuering zorg aan kinderen ernstig bedreigd” en kent u vergelijkbare situaties?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat zorgkantoren niet langer de pgb-voorschotten overmaken op de ‘derderekening’ van de William Schrikker Groep (WSG) ? Is dit naar uw oordeel een logisch uitvloeisel van de aanscherping in het pgb-beleid, zoals gevraagd in de motie Wolbert – Jan de Vries?
Vraag 3
Is het waar dat een groot aantal ouders waarvan een kind onder behandeling of begeleiding is bij de WSG niet in staat is een pgb te beheren? Zo ja, vindt u het dan wenselijk dat de zorgkantoren de pgb-voorschotten, ondanks de uitgesproken ondertoezichtstelling (OTS) en/of jeugdreclasseringsmaatregel toch rechtstreeks uitkeren aan de budgethouders, namelijk de ouders?
Vraag 4
Acht u het in het algemeen wenselijk dat ouders met kinderen waarvoor een OTS en/of jeugdreclasseringsmaatregel is uitgesproken een pgb kunnen aanvragen en beheren?
Vraag 5
Geeft u gehoor aan de oproep van de WSG om voor deze en vergelijkbare instellingen een uitzondering te maken en pgb-voorschotten wél te betalen aan instanties die namens de overheid een rechtsmaatregel uitoefenen en toestemming hebben verkregen van de wettelijke vertegenwoordiger van de budgethouder om het pgb-budget te beheren? Zo nee, hoe kunt u anderszins garanderen dat de voor deze kinderen geïndiceerde zorg wel verleend kan worden?
Antwoorden 2 tot en met 5
Zoals ik toegezegd heb in mijn brief van 12 juni 2009 over de nadere uitwerking van de toekomst van de AWBZ heb ik inmiddels geregeld dat het pgb uitsluitend nog op de rekening van de budgethouder dan wel zijn wettelijke vertegenwoordiger gestort kan worden. Hiermee heb ik uitvoering gegeven aan de motie Wolbert en De Vries.
Als er sprake is van ondertoezichtstelling van of van een reclasseringsmaatregel met betrekking tot een jeugdige verzekerde is het echter niet altijd gewenst om het voorschot op de rekening van de verzekerde of diens wettelijke vertegenwoordiger over te maken. Het kan dan de voorkeur verdienen het voorschot over te maken op de bankrekening van de organisatie die belast is met het toezicht dan wel met de uitvoering van de reclasseringsmaatregel. Daarom is in overleg met het College voor Zorgverzekeringen en de WSG in de subsidieregeling voor deze situatie een uitzondering gemaakt. Aan de oproep van de WSG heb ik dus al gehoor gegeven.