Rechter stelt AIVD in het gelijk in rechtszaken
De bestuursrechter heeft in Den Haag geoordeeld dat de AIVD terecht een Verklaring van Geen Bezwaar (VGB) heeft geweigerd aan de (voormalig) korpschef van de politie Zeeland, de heer Goudswaard. Deze zaak heeft in de politiek en de media tot vragen geleid over het instrument veiligheidsonderzoeken en over de wijze waarop iemand die een VGB is geweigerd, zich kan verdedigen.
Deze uitspraak bevestigt andermaal dat de AIVD veiligheidsonderzoeken op een zorgvuldige en nauwgezette wijze uitvoert. Dit is in lijn met de conclusie van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten in april van dit jaar.
Bij die zorgvuldige uitvoering van veiligheidsonderzoeken hoort ook de bescherming van bronnen die de AIVD spreekt in het kader van een veiligheidsonderzoek. Om die reden heeft de rechtbank vandaag ook geoordeeld dat de korpsbeheerder van Zeeland, de heer Schouwenaar, geen inzage krijgt in zijn verklaring in het kader van het veiligheidsonderzoek van de heer Goudswaard. De rechtbank acht een zekere mate van geheimhouding van belang voor het goed functioneren van de AIVD en daarmee voor de bescherming van de nationale veiligheid.
Tot slot oordeelt de rechtbank dat er sprake is van een eerlijke procesvoering, aangezien de rechter inzage heeft gekregen in alle onderliggende stukken. Het is altijd zo dat wanneer iemand in beroep gaat tegen een weigering, de rechter de volledige inhoud van het veiligheidsonderzoek tot zijn beschikking krijgt. De rechter kan hierdoor de bezwaren van de betrokkene in de juiste context bezien. De betrokkene moet voor deze inzage toestemming geven. Met deze procedure is een zorgvuldige en eerlijke procesvoering gegarandeerd.