Vrouwenbesnijdenis moet uitgebannen worden
"Bewustmaking alleen is niet voldoende om vrouwenbesnijdenis uit te bannen", aldus minister Koenders tijdens zijn bezoek aan een vrouwenorganisatie in Mali. "Een wettelijk verbod is nodig om gemeenschappen collectief te laten besluiten hun dochters niet meer te besnijden".
Minister Koenders (Ontwikkelingssamenwerking) sprak tijdens zijn bezoek aan Mali over dit gevoelige onderwerp met besneden vrouwen, vrouwen die besnijdenissen uitvoeren, politieke leiders en president Touré. Deze gesprekken vonden mede plaats ter voorbereiding op de internationale conferentie Geweld tegen meisjes, die op 9 en 10 maart zal worden gehouden in Den Haag.
Nederland draagt actief bij aan de bestrijding van vrouwenbesnijdenis. "We steunen hier organisaties die in alle provincies deze verminking aan de orde stellen. Collectieve afspraken, waarin een hele gemeenschap besnijdenis uitbant zijn het meest effectief. Dat is ook in Senegal gebleken", aldus minister Koenders. "Ouders die hun dochters laten besnijden denken dit te doen in het belang van het meisje. Een onbesneden meisje zal niet kunnen trouwen. Zodra gemeenschappen collectief besluiten geen meisjes meer te besnijden verdwijnt deze traditionele motivatie".
Stoppen met het besnijden van meisjes is ook een individuele keuze van de ouders. De islamitische achtergrond van de bevolking speelt hierbij nog vaak een rol. Religieuze leiders in Mali benadrukken echter dat de islam niet voorschrijft dat meisjes besneden moeten worden. De inzet van deze leiders om tot uitbanning van besnijdenis te komen is essentieel.
In Mali zijn negen op de tien meisjes besneden.