Verhagen en Ugarte: recht doen in het belang van duurzame vrede
Straffeloosheid mag en zal geen optie zijn, ook niet in gebieden waar geen enkel recht heerst. Dat schrijven minister van Buitenlandse Zaken Verhagen en zijn Costa Ricaanse ambtgenoot Ugarte in een opinieartikel.
Vandaag is hier een samenvatting van gepubliceerd door de International Herald Tribune en de Volkskrant. Het Internationale Strafhof in Den Haag verdient volgens de minister alle steun van de internationale gemeenschap om straffeloosheid tegen te gaan.
Beide ministers pleiten voor voortzetting van de procedure van het Strafhof die kan leiden tot de vervolging van de Soedanese president Bashir. De aanklager van het Strafhof heeft de rechters in juli gevraagd een arrestatiebevel tegen Bashir uit te vaardigen, omdat hij hem verantwoordelijk acht voor genocide en andere internationale misdrijven in Darfur. De uitspraak van de rechters is nu op handen.
De Veiligheidsraad zou met een beroep op de regels van het Strafhof de procedure met een jaar kunnen opschorten. Een verkeerd signaal, vinden Ugarte en Verhagen. 'Het zou het Internationaal Strafhof een politiek instrument maken en de Veiligheidsraad tot een vertragingsmechanisme.'
De ministers zijn niet overtuigd van het argument dat de vrede in Sudan op het spel staat vanwege de aanklacht tegen de president. 'Je kunt gerust stellen dat het ontbréken van vervolging niet heeft geleid tot duurzame vrede in Darfur.' Ruim vijf jaar na het begin van het conflict is er ondanks verschillende bemiddelingspogingen door de oncoöperatieve opstelling van de Soedanese regering en andere partijen nog steeds geen vrede in zicht. 'Recht doen is in het belang van duurzame vrede.'
Als de rechters zouden besluiten een arrestatiebevel uit te vaardigen tegen Bashir, is Soedan verplicht om hem uit te leveren aan het Internationale Strafhof. Het land heeft echter al te kennen gegeven de jurisdictie van het Hof niet te erkennen.