Veel meer kinderen in Uganda en Zambia naar lagere school
Dankzij gerichte ontwikkelingshulp aan de onderwijssector in Uganda en Zambia gaan nu veel meer kinderen in deze landen naar de lagere school.
Dat blijkt uit de evaluatie van de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB), die minister Koenders (Ontwikkelingssamenwerking) afgelopen week aan de Tweede Kamer heeft aangeboden.
In Uganda is het aantal kinderen dat naar de lagere school gaat in korte tijd verdrievoudigd en in Zambia bijna verdubbeld. Beide Afrikaanse landen hebben daarmee belangrijke vooruitgang geboekt bij het halen van het tweede Millennium Ontwikkelingsdoel (MDG 2: alle jongens en meisjes gaan in 2015 naar school). In Uganda gaan nu evenveel meisjes naar de lagere school als jongens; Zambia heeft dit doel bijna bereikt.
In Uganda vormt de hoge uitval in de hoogste klassen nog wel een belangrijke hindernis bij het halen van MDG 2. Uit de evaluatie blijkt tevens dat er nu meer aandacht nodig is voor de kwaliteit van het onderwijs. Verdere investeringen in de opleiding van leraren, het verkleinen van klassen en schoolboeken zijn noodzakelijk. Verbetering van het management kan bijdragen aan een spectaculaire verbetering van de onderwijsresultaten, zo blijkt uit de evaluaties.
Nederland speelt zowel in Uganda als Zambia een belangrijke rol in de onderwijssector. Mede dankzij Nederlandse inbreng is schoolgeld afgeschaft, waardoor kinderen, en in het bijzonder meisjes, makkelijker naar school kunnen.