Timmermans: 'Vooruitgang Roemenie en Bulgarije, maar te weinig concrete resultaten'
‘We zien dat de Bulgaren en Roemenen hun inspanningen hebben opgevoerd, maar we blijven van oordeel dat er nog onvoldoende concrete resultaten worden geboekt. Daarom is blijvende pressie van belang.' Staatssecretaris Timmermans (Europese Zaken) reageert hiermee op de donderdag verschenen tussentijdse rapportages van de Europese Commissie over de vorderingen die beide landen moeten maken in het kader van het Coöperatie en Verificatiemechanisme (CVM).
De staatssecretaris ziet dat de aanhoudende druk op Roemenië en Bulgarije om de corruptie en georganiseerde misdaad aan te pakken ook effect heeft.
De Europese Commissie constateert dat Bulgarije in de afgelopen zes maanden een aantal belangrijke stappen heeft gezet - zoals bijvoorbeeld het verbeteren van de professionaliteit, transparantie en efficiëntie van de rechtspraak – maar dat er nog onvoldoende concrete resultaten zijn behaald.
Over Roemenië zegt de Commissie dat de hervormingen lijken te stagneren. De herschreven Wetboeken van Straf- en Civielrecht zijn nog altijd niet door het Parlement goedgekeurd en door het politiseren van sommige corruptiezaken zijn er nog altijd onvoldoende veroordelingen en substantiële straffen. Timmermans: ‘De Roemeense regering lijkt zich hiervan bewust en heeft recent haar inspanningen opgevoerd. Dat is prima, maar alleen concrete resultaten, zoals verdachten voor de rechter en veroordelingen, overtuigen echt.’
Nederland zal zich kritisch blijven opstellen ten aanzien van Bulgarije en Roemenië en zal ook eisen dat het CVM onverkort van kracht blijft. ‘Wij blijven de meest kritische lidstaat en tegelijkertijd ook de meest betrokken lidstaat, omdat wij onze inspanningen om die landen te helpen bij het verbeteren van de rechtsstaat onverminderd voortzetten.’, aldus Timmermans.
De Europese Commissie ziet deze tussentijdse rapportage als een update en niet als het moment waarop moet worden afgewogen of er verdere maatregelen nodig zijn. Timmermans: 'Voor de Nederlandse regering is het echter zonneklaar dat indien er niet meer concrete resultaten worden geboekt voor de definitieve rapportage in juni, verdere maatregelen tegen beide landen onvermijdelijk worden. Hier staat immers de geloofwaardigheid van de uitbreiding op het spel: criteria voor lidmaatschap gelden niet alleen vóór, maar ook na toetreding en het is onze plicht andere lidstaten daar op aan te spreken, net zo goed als wij door hen op ons gedrag kunnen worden aangesproken.’