'Soldaten, hulpverleners en diplomaten slaan handen ineen'
Diplomaten, ontwikkelingswerkers en militairen moeten zoveel mogelijk samenwerken om veiligheid te brengen in conflictgebieden zoals Afghanistan. Dat is de conclusie in een toespraak van minister Verhagen tijdens een bijeenkomst van de Eduardo Frei Stichting in Breda.
'Nederland richt zijn buitenlandbeleid al langer op samenhang tussen beleidsdoelen als vrede, veiligheid en ontwikkeling', zei minister Verhagen (Buitenlandse Zaken), 'maar in Uruzgan leren we veel van de praktijk in conflictgebieden'. Militairen, diplomaten en ontwikkelingsdeskundigen brengen hun kennis in om de missie te laten slagen. Daarbij werken ze samen met andere ministeries, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven.
De opbouw van de provincie Uruzgan komt geleidelijk meer in burgerhanden. De leiding van het Provinciale Reconstructie Team, dat bestaat uit militairen, wordt binnenkort overgedragen aan een diplomaat.
Minister Verhagen benadrukte dat diplomatie, hoewel soms niet erg zichtbaar, een belangrijk bindmiddel is van alle elementen van het beleid: 'Politieke contacten zijn de kapstok waaraan de geïntegreerde benadering wordt opgehangen.' Diplomatie vindt plaats op lokaal niveau, om het vertrouwen van de verschillende bevolkingsgroepen te winnen, maar ook dient om internationale steun te krijgen voor het Nederlandse beleid.
De NAVO heeft, mede dankzij Nederland, de geïntegreerde aanpak van diplomatie, defensie en ontwikkelingssamenwerking overgenomen in de politiek-militaire strategie in Afghanistan. Minister Verhagen blijft over de uitvoer van de strategie overleggen met de bondgenoten: 'Nu beide presidentskandidaten van de Verenigde Staten de Amerikaanse inzet in Afghanistan willen opvoeren, is het belangrijk dat Nederland de integrale benadering blijft aanbevelen.'