Koenders zet mes in aantal subsidieaanvragen van maatschappelijke organisaties
'Samenwerking, maatwerk en meerwaarde', dat zijn de belangrijkste onderdelen van de beleidsnotitie 'Maatschappelijke Organisaties' die minister Koenders 14 april naar de Tweede Kamer stuurde.
Minister Koenders (Ontwikkelingssamenwerking) wil ontwikkelingsorganisaties dwingen tot meer samenwerking, en heeft daarom besloten nog maar aan 30 organisaties of samenwerkingsverbanden subsidie te verstrekken. "Er komt een einde aan de vanzelfsprekendheid".
Eind vorig jaar kondigde minister Koenders aan de hulpindustrie te willen openbreken. ‘‘Maatschappelijke organisaties hebben een belangrijke rol binnen ontwikkelingssamenwerking, en ik ben ervan overtuigd dat zij die rol nog effectiever kunnen vervullen door slimmer samen te werken’, aldus Koenders.
Koenders vindt dat huidige programma’s teveel versnipperd zijn. Daarom moet straks 60% van de aanvragen betrekking hebben op partnerlanden om de effectiviteit te vergroten. Bovendien zal er meer moeten worden samengewerkt met de Nederlandse ambassade in een ontwikkelingsland. De resterende 40% gaat naar andere landen om ‘kluitjesvoetbal’ te voorkomen.
Maatwerk is eveneens een pijler in het nieuwe beleid. Vraaggestuurd werken staat daarbij centraal. De minister vindt dat Nederlandse organisaties meer moeten gaan luisteren naar hun Zuidelijke collega’s. "De kwaliteit van de Zuidelijke organisaties is de afgelopen jaren fors toegenomen en kunnen daarom steeds beter bij beslissingen betrokken worden. Ik zal de komende jaren meer geld vrijmaken zodat ambassades rechtstreeks Zuidelijke organisaties kunnen financieren."
Voor de komende subsidieperiode (2011-2015) zijn er minder gelden beschikbaar. Koenders stelt minimaal €425 miljoen per jaar beschikbaar voor maatschappelijke organisaties. Dit bedrag kan oplopen tot €500 miljoen per jaar. "De hoogte van het uiteindelijke bedrag is mede afhankelijk van de kwaliteit van de voorstellen die worden ingediend." aldus Koenders.
De minister zet een premie op samenwerking door nieuwe initiatieven en gezamenlijke plannen te belonen. Hij denkt daarbij bijvoorbeeld aan programma’s die gericht zijn op economische ontwikkeling, waarbij meer aandacht wordt besteed aan samenwerking met het bedrijfsleven. Daarnaast vindt Koenders de politieke rol van maatschappelijke organisaties als belangenbehartiger van de armste mensen van groot belang.
Om de transparantie te verhogen zijn de principes van de ‘Code Wijffels voor goed bestuur van goede doelen’ van toepassing verklaard. Het gaat hierbij onder andere om het tegengaan van belangenverstrengeling en het functioneren van raden van toezicht. Daarbij is het de maatschappelijke organisaties niet toegestaan subsidie te besteden aan salarissen van bestuurders die meer verdienen dan een directeur-generaal.
Koenders geeft geen subsidie meer voor projecten en activiteiten in Nederland die gericht zijn op fondsenwerving of het behoud van draagvlak. Maatschappelijke organisaties zullen 25% van hun aanvraag zelf moeten financieren. De subsidies gelden voor een periode van 5 jaar en het minimumbedrag is €10 miljoen. Er wordt een adviescommissie ingesteld voor de beoordeling van de subsidieaanvragen. De beoordeling zal in twee fases plaatsvinden. De deadline voor indiening in de eerste fase is 1 november 2009.