Koenders steekt Nederlands echtpaar hart onder de riem
Minister Koenders heeft een gesprek gehad met het Nederlandse echtpaar dat vorige maand in Jemen, na een ontvoering van twee weken, werd vrijgelaten.
Jan Hoogendoorn en Heleen Janszen werden ontvoerd vlakbij de hoofdstad Sanaa door leden van een stam, die een conflict hadden met de Jemenitische overheid. Hoogendoorn werkte in Jemen voor een waterproject van Vitens/Evides International, dat door de Nederlandse regering wordt gefinancierd.
Koenders (Ontwikkelingssamenwerking) sprak zijn blijdschap uit over de goede afloop en sprak met het echtpaar over de risico’s die het werken in Jemen met zich meebrengt.
“Ontwikkelingswerkers werken voor ons in de frontlinie, met hun poten in de modder. Zij dienen daarvoor meer erkenning te krijgen, of dat nu is in Somalië, Afghanistan of Jemen. Door hun inzet worden veel mensen bereikt en uit de armoede gehaald”, aldus Koenders.
Het echtpaar vertelde Koenders dat ze goed waren behandeld door de ontvoerders en niet waren bedreigd.
Hoogendoorn en Janszen benadrukten in het gesprek dat ze de inspanningen van het ministerie van Buitenlandse Zaken en de opvang door medewerkers van de Nederlandse ambassade in Sanaa tijdens en na hun ontvoering zeer gewaardeerd hebben.
Vitens heeft besloten om zich, ondanks de ontvoering van één van hun medewerkers, niet terug te trekken uit Jemen.
Minister Koenders werkt samen met Nederlandse drinkwaterbedrijven om de toegang van arme mensen tot schoon drinkwater in ontwikkelingslanden als Jemen te verbeteren.