Koenders legt verantwoording af voor gehaktdag
"Er is de afgelopen 2 jaar, mede dankzij Nederlandse steun, veel bereikt in de strijd tegen de armoede in ontwikkelingslanden.” Dat zegt minister Koenders in de resultatenreportage, die vandaag naar de Tweede Kamer is gestuurd.
“De voortgang die is geboekt staat echter onder druk vanwege de gevolgen van de economische crisis in de wereld’, aldus Koenders (Ontwikkelingssamenwerking).
In de rapportage wordt vermeld dat het aantal mensen, dat onder de armoedegrens van $1,25 per dag leeft, de afgelopen 2 jaar sterk is gedaald. Er gaan veel meer meisjes en jongens naar school in Afrikaanse landen en de kindersterfte is gedaald door investeringen in gezondheid- en drinkwaterprogramma’s.
Koenders is blij met de uitkomsten van de rapportage, ook al is niet altijd tot 3 cijfers achter de komma aan te geven wat de exacte bijdrage is geweest van de Nederlandse regering en ontwikkelingsorganisaties aan deze resultaten. Dat is per definitie niet het geval. Er wordt immers in internationaal verband zoveel mogelijk samengewerkt met multilaterale en maatschappelijke organisaties bij het behalen van de millenniumontwikkelingsdoelen.
De resultaten van de Nederlandse inzet op het gebied van gezondheidszorg zijn echter duidelijk zichtbaar, zo is in de resultatenrapportage te lezen. Nederland heeft een grote financiële bijdrage geleverd aan wereldwijde inentingscampagnes. Volgens schattingen van de Wereldgezondheidsorganisatie zijn op deze wijze ruim 3 miljoen sterfgevallen voorkomen. Het aantal kinderen dat overlijdt aan de gevolgen van mazelen is sterk gedaald en het aantal mensen dat sterft door malaria is door de verspreiding van geïmpregneerde muskietennetten afgenomen. Bovendien hebben steeds meer aidspatiënten toegang tot anti-retrovirale behandelingen (ARV’s). Het aantal nieuwe infecties is in 2007 voor het eerst afgenomen, van 3 naar 2,7 miljoen.
Ook op onderwijsgebied zijn belangrijke resultaten geboekt. Toegang tot basisonderwijs is in een groot aantal Afrikaanse landen spectaculair toegenomen. In landen als Tanzania, Ethiopië, Uganda en Zambia gaan bijna alle jongens en meisjes naar de lagere school. Nederland heeft hierin veel geïnvesteerd. Verbetering van de kwaliteit van het onderwijs, inclusief de beschikbaarheid van middelen voor middelbaar- en beroepsonderwijs, behoeft meer aandacht en Koenders wil hier meer geld voor vrij maken. “Resultatenrapportages zijn ook van belang om van te leren. Ontwikkelingssamenwerking is immers investeren in de meest risicovolle omstandigheden,” aldus Koenders.
Er zijn echter ook negatieve ontwikkelingen, zo wordt in de rapportage opgemerkt. Op het gebied van moedersterfte en het geweld tegen vrouwen is te weinig vooruitgang geboekt. De bestrijding van moedersterfte is sterk afhankelijk van een op alle niveaus goed werkend gezondheidssysteem, wat in weinig landen het geval is. Bij het tegengaan van geweld tegen vrouwen zijn er naast korte termijn resultaten, zoals wet en regelgeving, ook sociaal-culturele veranderingen nodig. Dat is een kwestie van lange adem. Minister Koenders heeft extra beleid aangekondigd.
Naast de resultatenrapportage, die vandaag naar de Tweede Kamer is gestuurd, legt Nederland verantwoording af via evaluaties, jaarrekeningen, accountantsrapporten en het zogeheten landenexamen van de Organisatie van Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Het Development Assistance Committee (DAC) van de OESO heeft, in een brief aan minister Koenders, de Nederlandse regering deze week gecomplimenteerd voor de kwaliteit van de Nederlandse ontwikkelingsinspanningen.
Het leveren van een bijdrage aan het behalen van de millenniumontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties is één van de prioriteiten van het kabinet. Koenders zal zijn collega-ministers morgen een exemplaar van de resultatenrapportage overhandigen tijdens de ministerraad. “Ik ben blij dat ondanks de financieel-economische crisis, ontwikkelingssamenwerking prioriteit blijft voor de Nederlandse regering”, aldus Koenders.