Koenders begint werkbezoek aan Jemen
Minister Koenders is vandaag begonnen met een driedaags werkbezoek aan Jemen. Aanleiding voor het bezoek is de dertigjarige ontwikkelingsrelatie met het land. Daarnaast houdt Koenders zich actief bezig met de noodsituatie ten gevolge van de overstromingen.
Morgen brengt minister Koenders (Ontwikkelingssamenwerking) een veldbezoek waar hij resultaten bekijkt op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg en water. Mede dankzij Nederlandse hulp hebben 1 miljoen Jemenieten de beschikking gekregen over schoon drinkwater en worden bijna alle kinderen ingeënt tegen polio en mazelen.
Woensdag spreekt Koenders met leden van het parlement en heeft hij gesprekken met diverse vakministers over de uitvoering van de Nederlandse ontwikkelingsprogramma’s. Daarnaast komen onderwerpen als mensenrechten, de positie van Somalische vluchtelingen en piraterij en de noodsituatie ten gevolge van de overstromingen aan de orde. Ook heeft Koenders woensdag een gesprek met de Jemenitische president Saleh.
De minister spreekt met andere donorlanden om de politieke dialoog met Jemen op het gebied van ontwikkeling en mensenrechten te versterken. Koenders vindt dat de Golfstaten meer moeten investeren in de sociaal-economische ontwikkeling van Jemen.
Jemen is het armste Arabische land (Jemen staat op plaats 153 van de in totaal 177 landen op de Human Development Index van UNDP). 10% van de begroting wordt betaald uit ontwikkelingsgelden. Anders dan in andere Arabische landen zijn de olie-inkomsten namelijk beperkt: naar verwachting zijn de olievelden binnen tien jaar uitgeput Jemen kampt met grote problemen zoals gebrek aan water, hoge bevolkingsgroei (3,1%) en conflicten en aanslagen zoals die in september op de Amerikaanse ambassade. Fragiliteit wordt daardoor een steeds belangrijker thema in Jemen, aldus Koenders.
Nederland geeft jaarlijks 25 miljoen euro ontwikkelingshulp aan Jemen, waarbij speciale aandacht wordt besteed aan het verkleinen van de achterstandspositie van vrouwen en meisjes. De belangrijkste programma’s zijn onderwijs (8,5 miljoen), water (6,5 miljoen) en gezondheidszorg (5,5 miljoen). Daarnaast wordt er aandacht besteed aan armoedebestrijding (1 miljoen), goed bestuur en mensenrechten (1 miljoen), de opvang van Somalische vluchtelingen (0,5 miljoen) en het verbeteren van het ondernemingsklimaat (0,5 miljoen).