Antwoorden op kamervragen van Langkamp over de mogelijke sluiting van campussen

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

R&P-K-U-2944975

28 juli 2009

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Langkamp (SP) over de mogelijke sluiting van campussen (2009Z13909).

Hoogachtend,
de Minister voor Jeugd en Gezin,

mr. A. Rouvoet

Vraag 1

Welke gevolgen heeft de uitspraak ‘Als er geen zicht is op structurele verbeteringen, is het niet verantwoord om daar nog publiek geld in te steken’ concreet voor de financiering van de verschillende campussen?

Antwoord 1

Deze uitspraak heeft uitsluitend betrekking op de situatie bij Stichting Wyldemerk. Zoals bekend worden de pilots volgend jaar geëvalueerd.

Vraag 2

Als er op korte termijn campussen sluiten, welke gevolgen heeft dit voor de jeugdigen die daar verblijven?

Antwoord 2

In recente besprekingen heeft de Stichting Wyldemerk aangegeven dat zij primair de verantwoordelijkheid heeft om samen met partners en achterban, toe te zien op een zorgvuldige afwikkeling, waaronder de nazorg van de leerlingen. De stichting dient ervoor zorg te dragen dat opvang en scholing voor hun leerlingen is gewaarborgd. Als het nodig mocht zijn, is het Rijk bereid ondersteuning te bieden daar waar mogelijk. Langs deze lijn worden ook de verantwoordelijke bestuurders van de andere campussen geacht te handelen.

Vraag 3

Bent u bereid ervoor zorg te dragen dat deze jeugdigen in ieder geval op een andere school ingeschreven kunnen worden, zodra zij niet meer op de campus terecht kunnen omdat deze moet sluiten? Zo ja, hoe gaat u hiervoor zorgen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Zie mijn antwoord op vraag 2.

Vraag 4

Kunt u garanderen dat de jeugdigen die op dit moment op Stichting Wyldemerk zitten bij sluiting niet in een jeugdgevangenis terecht komen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waar komen deze jeugdigen dan wel terecht?

Antwoord 4

Tot nu toe zijn er volgens de directie van Stichting Wyldemerk geen jongeren via een strafrechtelijke titel in Stichting Wyldemerk geplaatst. Het is aan de directie van Stichting Wyldemerk om bij sluiting, in overleg met jongeren, ouders, jeugdzorg en overige achterban te bepalen welke route voor elk van de jongeren het best gevolgd kan worden. Zonder een daartoe strekkende uitspraak van de rechter is een plaatsing in een JJI niet mogelijk.

Vraag 5

Kunt u garanderen dat er geen jeugdigen op straat belanden zodra zij niet meer op de campus terecht kunnen omdat deze moet sluiten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waar komen de jeugdigen met een ondertoezichtstelling dan terecht indien zij niet meer thuis kunnen wonen?

Antwoord 5

Bij jeugdigen met een ondertoezichtstelling is het de taak van de gezinsvoogdijwerker om plaatsing in een voorziening voor jeugdzorg te realiseren, indien zij niet meer thuis kunnen wonen. In principe is plaatsing op korte termijn mogelijk.

1) http://www.nrc.nl/binnenland/article2299092.ece/Campussen_Rouvoet_in_gevaar_wegens_geldnood

Toelichting: deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van de leden Dijsselbloem (PvdA), ingezonden 13 juli 2009, (vraagnummer 2009Z13844) en Van der Vlies (SGP), ingezonden 14 juli 2009, (vraagnummer 2009Z13904)