Kabinet: Geen referendum over nieuw EU-Verdrag
Bij een gewoon EU-Verdrag hoort een gewone goedkeuringsprocedure, zo concludeert het kabinet op basis van het advies van de Raad van State over een nieuw EU-Verdrag.
Het kabinet vindt dat voor de ratificatie van het EU-wijzigingsverdag de normale goedkeuringsprocedure moet worden gevolgd. Hiermee volgt het kabinet het advies van de Raad van State, dat een raadplegend referendum niet het aangewezen instrument is en dat het verdrag via de normale procedure, die ook is gevolgd bij vergelijkbare verdragen als die van Amsterdam en Nice, kan worden goedgekeurd.
Na het akkoord op de Europese Raad van 21-23 juni jongstleden heeft het kabinet de Raad van State gevraagd om zijn oordeel te geven over het karakter van het nieuwe verdrag. Woensdag 12 september ontving het kabinet het advies van de Raad van State. Hierin stelt de Raad van State vast dat “het voorgestelde Hervormingsverdrag zich kenmerkend onderscheidt van het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa.” Daarnaast bevat de Nederlandse Grondwet een sluitend stelsel voor de goedkeuring van verdragen. Een referendum maakt daar geen deel van uit, zo concludeert de Raad van State.
Het kabinet vindt dat het nieuwe verdrag recht doet aan de zorgen en wensen van Nederlanders. Nederland heeft zich er succesvol voor ingezet dat nationale parlementen meer greep krijgen op Europa. Ook zijn de criteria voor toetreding van nieuwe landen in het nieuwe verdrag verankerd. De bevoegdheden van de Unie zijn helderder afgebakend. Zo behoudt Nederland zelf de regie over zaken als pensioenregelingen, het onderwijs en het woonbeleid. Daar waar nodig, maakt het wijzigingsverdrag het mogelijk om doelgerichter en efficiënter Europees samen te werken. Met deze inhoudelijke verbeteringen is er volop recht gedaan aan het ‘ nee’ van 2005, zo concludeert het kabinet.
Het kabinet heeft het advies van de Raad van State in een nader rapport aangeboden aan de Eerste en Tweede Kamer.