LBIO int vanaf 1 augustus 2009 ook partneralimentatie
Als na een (echt)scheiding of ontbinding van een geregistreerd partnerschap de onderhoudsplichtige ex-partner in gebreke blijft, kan voor inning van de partneralimentatie het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) worden ingeschakeld. Dit is het gevolg van een wetsvoorstel van de ministers Hirsch Ballin en Rouvoet dat op 1 augustus 2009 in werking treedt.
Het doel van de regeling is de (vrijwillige) betaling (weer) op gang te brengen. Het kabinet gaat nog steeds ervan uit dat betaling van alimentatie in beginsel op vrijwillige basis moet gebeuren. Lukt dat niet dan kan een beroep op het LBIO worden gedaan. Daarmee wordt het algemene belang van behoorlijke nakoming van alimentatieverplichtingen gewaarborgd.
Met de voorgenomen taakuitbreiding van het LBIO komt er voor de burger één laagdrempelige en kosteloze voorziening voor de inning van partner- en kinderalimentatie. Dit bevordert een uniforme afwikkeling van verzoeken om invordering. Voor inning van kinderalimentatie kon al een beroep op het LBIO worden gedaan. In de praktijk blijkt dit een effectieve voorziening te zijn. Overigens is het niet verplicht het LBIO in te schakelen. Bij wanbetaling kan de alimentatiegerechtigde ook naar de deurwaarder om bijvoorbeeld beslag op het loon van de ex-partner te leggen.
Als de onderhoudsplichtige ex-partner niet betaalt, zijn degenen die recht hebben op alimentatie vaak aangewezen op de bijstand omdat zij over onvoldoende inkomsten beschikken. De voorgestelde maatregel bevordert nakoming van de alimentatieverplichting en kan het beroep op de bijstand beperken. Bovendien ontlast de regeling gemeenten in de uitvoering van hun bevoegdheid om de bijstand te verhalen op onderhoudsplichtigen, als het bedrag van de alimentatie in een rechterlijke uitspraak is vastgelegd. De belanghebbende kan dan worden doorverwezen naar het LBIO.
Naar verwachting zullen de meesten van de huidige groep van 12.000 ex-partners die in de bijstand zitten omdat zij geen alimentatie ontvangen, met de regeling worden geholpen. Dit geldt ook voor de verwachte jaarlijkse instroom van 3.200 verzoeken van alimentatiegerechtigden voor inning van partneralimentatie.