Antwoorden op kamervragen van Jacobi, Depla, Van Dijken, Atsma en Zijlstra over de bekostiging van maatwerkonderwijs
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u, mede namens Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart,
de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Jacobi, Depla, Van Dijken (allen PvdA), Atsma (CDA) en Zijlstra (VVD) over de bekostiging van maatwerkonderwijs voor "bijzonder belaste" jonge topsporters. De Kamervragen hebben als kenmerk
2009Z11645 en zijn ingezonden op 18 juni 2009.
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
Vragen van de Kamerleden Jacobi, Depla, Van Dijken (allen PvdA), Atsma (CDA) en Zijlstra (VVD) aan de Staatssecretarissen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mw. Van Bijsterveldt-Vliegenthart, over de bekostiging van maatwerkonderwijs voor "bijzonder belaste" jonge topsporters (Ingezonden op 18 juni 2009).
Vraag 1
Is het waar dat voor topsporters op de scholen die betrokken zijn bij de topsportcentra Eindhoven, Heerenveen, Arnhem en Amsterdam een speciale voorziening komt, zodat deze jonge topsporters onderwijs en topsport kunnen combineren?
Vraag 2
Is het waar dat er nog geen duidelijkheid is over de aanvullende financiële middelen?
Antwoord 1 en 2
Met medewerking van NOC*NSF brengen we nader in kaart hoe deze speciale voorzieningen er precies uit moeten zien en wat de financiële gevolgen daarvan zijn. Deze inventarisatie beperkt zich niet tot de LOOT-scholen, maar betreft alle vormen van onderwijs.
Vraag 3
Is het waar dat voor deze scholen de gebruikelijke ontheffing voor de onderwijstijd en inhoud voor deze topsporters niet te combineren is met de inspanningen die nodig zijn om topsport te bedrijven? Bent u bereid deze ontheffing te verruimen?
Antwoord 3
In het voortgezet onderwijs bestaat de LOOT(Landelijke Overleg Onderwijs en Topsport)-regeling. Op grond van deze regeling kunnen daartoe aangewezen Loot-scholen een vrijstelling verlenen aan Loot-leerlingen van de leerstof en van de les- of contacturen en aanpassingen aanbieden in de examinering. Vooralsnog gaat OCW ervan uit dat deze regeling voldoende ontheffing biedt voor topsporters, zeker voor eindexamenleerlingen in het voortgezet onderwijs.
VWS en OCW zijn hierover in overleg met NOC*NSF. NOC*NSF zal daarbij duidelijk aangeven om welke topsporters het gaat, welke studies zij volgen, welke sporten zij beoefenen en welke leeftijd zij hebben. Dit is nodig om precies eventuele knelpunten te kunnen bepalen.
Vraag 4
Wanneer gaat u duidelijkheid geven over de noodzakelijke aanvullende faciliteiten?
Vraag 5
Bent u bereid de gevraagde aanvullende gelden en faciliteiten aan de genoemde vier scholen te verstrekken? Zo ja, welke faciliteiten en welk bedrag gaat u beschikbaar stellen? Zo nee, waarom bent u daartoe niet bereid?
Antwoord 4 en 5
Samen met NOC*NSF stellen we aanvullende middelen ter beschikking om de problemen voor komend schooljaar op te lossen. De exacte besteding van de middelen is afhankelijk van de informatie die we nog krijgen. We zien deze financiële middelen als een handreiking voor het komend schooljaar. Samen
met de onderwijsinstanties en NOC*NSF gaan we gedurende het schooljaar 2009/2010 na of en hoe we tot een structurele aanpak kunnen komen.
*1) Brief eind maart 2009 van Stichting Loot aan de staatssecretarissen Bussemaker en Bijsterveldt-Vliegenthart.