Verslagen schriftelijke overleggen
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Geachte voorzitter, Eind juni heeft de vaste Commissie voor Volkgezondheid, Welzijn en Sport over drie onderwerpen op het terrein van de medische ethiek vragen en opmerkingen aan mij voorgelegd. Bij deze wil ik u laten weten op welke termijn u mijn reactie op de diverse vragen kunt verwachten. Er zal enige tijd mee gemoeid zijn, omdat in alle drie de gevallen overleg moet worden gevoerd met betrokkenen buiten VWS, zoals de instanties die de jaarverslagen hebben uitgebracht en met het Ministerie van Justitie, gezien de betrokkenheid van de Minister van Justitie als medeondergetekende van de betreffende wetten. Bovendien worden deze drie onderwerpen behartigd door één afdeling waar ook enkele andere onderwerpen op het terrein van de medische ethiek liggen waar de Kamer prioriteit voor heeft gevraagd. Het betreft, in volgorde van prioriteit, onder meer de wijziging van de Embryowet in verband met de verruiming van de mogelijkheden voor wetenschappelijk onderzoek met foetussen, het advies van de Commissie wetenschappelijk onderzoek met minderjarigen (Commissie Doek) en het standpunt daarop, de totstandkoming van een wetsvoorstel zeggenschap lichaamsmateriaal en het wetsvoorstel ter goedkeuring van het Verdrag inzake de rechten van de mens en de biogeneeskunde.
Op 26 juni 2009 zond de vaste Commissie mij de vragen en opmerkingen over de wijziging van het Besluit afbreking zwangerschap (Kamerstukken II, 2008/09, 31 700 XVI, nr. 162). Ik zal u vóór 15 september 2009 mijn reactie toesturen.
Op 30 juni 2009 zond de vaste Commissie mij de vragen en opmerkingen over het jaarverslag over 2008 van de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO). Die vragen zal ik uiterlijk 1 oktober 2009 beantwoorden.
Ten slotte zond op 1 juli 2009 de vaste Commissie mij de vragen en opmerkingen over het jaarverslag van de Toetsingscommissies Euthanasie. De antwoorden op deze vragen hoop ik u vóór 15 oktober 2009 toe te kunnen sturen.
Mocht de Kamer een andere prioriteitstelling wensen dan verneem ik dat graag van u.
Ik vertrouw u met deze informatie van dienst te zijn geweest.
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,