Aangescherpte regeling deeltijd WW 20 juli van start
Vanaf 20 juli kunnen bedrijven weer gebruik maken van de nieuwe aangescherpte deeltijd-WW. Minister Donner van Sociale Zaken wil dat bedrijven zorgvuldiger kijken op welke manier ze gebruik maken van de regeling, zodat meer bedrijven van de regeling gebruik kunnen maken. Daarnaast zijn ook strengere regels voorzien om fraude met de deeltijd WW te voorkomen. Het budget voor de regeling is opgehoogd van 375 miljoen euro naar 950 miljoen euro.
Dit staat in de brief over de aanpassingen in de deeltijd WW die minister Donner heeft gestuurd naar de Tweede Kamer. De aangescherpte regels zijn er gekomen naar aanleiding van de conclusies van de evaluatie na drie maanden deeltijd WW. Uit de evaluatie bleek dat veel bedrijven voor het overgrote deel van het personeel deeltijd WW aanvroegen. Dat betekent dat de regeling maar door weinig bedrijven gebruikt zou kunnen worden. Ook is het doel van de regeling dat bedrijven de deeltijd-WW gebruiken om een substantiële, tijdelijke terugval in orders op te vangen, maar niet om pijnlijke beslissingen over een reorganisatie lang voor zich uit te schuiven.
Bedrijven kunnen zelf bepalen in welke mate zij de deeltijd WW nodig hebben en voor welk deel van hun personeel. Wel komt er een drempel. Bedrijven moeten de werktijd van werknemers met minstens 20 procent verkorten en het voornemen hebben minimaal zes maanden van de regeling gebruik te maken. Ook wordt de regeling zo aangepast dat naarmate bedrijven meer personeelsleden in de deeltijd-WW plaatsen, zij er korter gebruik van kunnen maken. Als minder dan 30 procent van het personeel er gebruik van maakt, mag de uitkering 15 maanden duren. Tussen 30 en 60 procent is dit 12 maanden en bij meer dan 60 procent wordt de duur 9 maanden. Ook gaat de verlenging niet meer met periodes van zes maanden, maar met periodes van drie maanden, zodat bedrijven bewuster omgaan met extra gebruik van de regeling.
Naar aanleiding van signalen over fraude en de wens van de Tweede Kamer worden ook de regels voor fraude aangescherpt. Bij het constateren van een fraudegeval, wordt de deeltijd-WW in het hele bedrijf stopgezet en moeten alle - ook terecht ontvangen - uitkeringen worden terugbetaald. De werknemer betaalt de uitkering terug waarvan is vast komen te staan dat die onterecht is verkregen. De werkgever moet alle overige uitkeringen terug betalen. Bovendien gaan UWV en de Arbeidsinspectie strenger controleren op fraude met deeltijd-WW.
Tot slot is de scholingsbepaling in de regeling aangescherpt. Bedrijven kunnen geen verlenging van deeltijd WW krijgen, als niet duidelijk is dat de deeltijders ook echt scholing (gaan) krijgen. Ook is bij onjuiste opgave van scholing door het bedrijf de frauderegeling van toepassing. Daarnaast is een mogelijkheid gecreëerd voor een meester-gezel-regeling. De deeltijders mogen in het bedrijf scholing geven aan stagiaires en werknemers die korter dan een jaar in dienst zijn. Op die manier worden twee vliegen in één klap geslagen: er wordt iets gedaan aan het tekort aan stageplaatsen en de deeltijders hebben de mogelijkheid toch van nut te zijn voor het eigen bedrijf.
Het extra geld voor de regeling kon deels worden gedekt uit een besparing op de ‘gewone’ WW die groter bleek dan bij de start van de regeling was voorzien. Voor het restant van 250 miljoen heeft Donner ruimte moeten zoeken op zijn eigen begroting. In zijn brief geeft Donner aan dat ‘lastige keuzes’ met ‘pijnlijke gevolgen’ daarbij onvermijdelijk zijn. Donner heeft onder meer geld gebruikt dat bedoeld was voor scholing, re-integratie en loonkostensubsidies.