Kabinet akkoord met wijziging van de wet op de architectentitel
De ministerraad heeft op voorstel van minister Cramer van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ingestemd met toezending aan de Tweede Kamer van een wijziging van de Wet op de architectentitel. Om de titel van architect te mogen voeren, dient voortaan naast het behalen van het vereiste diploma, een tweejarige beroepservaringsperiode te zijn doorlopen.
Deze regeling geldt ook voor stedenbouwkundigen, voor tuin- en landschapsarchitecten en voor interieurarchitecten. Opdrachtgevers moeten uit kunnen gaan van de professionaliteit van architecten. Het vertrouwen in architecten zal toenemen als zij het bouwproces van begin tot eind beheersen.
De Wet op de architectentitel wordt met deze wijzigingen omgevormd tot een krachtiger kwaliteitsinstrument en Nederland loopt hiermee niet meer achter op de vakbekwaamheidseisen die in direct omringende landen aan architecten worden gesteld. België, Duitsland, Engeland en Frankrijk kennen eveneens een verplichte beroepservaringsperiode. De wenselijkheid en noodzaak van een beroepservaringsperiode wordt breed gedragen door zowel opleidingsinstituten als beroepsorganisaties. Aan deze wetswijziging is acht jaar aan voorbereiding voorafgegaan.
De wijziging van de Wet op de architectentitel heeft met name betrekking op toekomstige generaties architecten, stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten. Onder het voorbehoud dat de wijziging van de wet in 2011 van kracht wordt, zal de verplichting tot het doorlopen van een beroepservaringsperiode vanaf 2012 gaan gelden. Er zal ook een overgangsperiode worden opgenomen. De implementatie van de wetswijzigingen is opgedragen aan het Bureau architectenregister. Het Bureau architectenregister heeft daarvoor een projectorganisatie in het leven geroepen onder voorzitterschap van de voormalig Rijksbouwmeester Rijnboutt.