Doelmatige effectbepaling bij aanleg infrastructuur
Betere informatie, het gebruik van vuistregels en controle op de effecten zijn de uitgangspunten om sneller en beter te besluiten over infrastructuur. Het kabinet heeft op voorstel van minister Eurlings uiteengezet hoe dit gerealiseerd wordt en hoe twee nieuwe ontwikkelingen daarin een plaats krijgen: Natura2000 en gezondheid.
Het kabinet laat zien hoe voor de 162 Natura 2000-gebieden effectbepaling wordt gegarandeerd. Bij het afwegen van alternatieven in de milieueffectrapportage wordt hiertoe zo veel mogelijk kwalitatieve informatie gebruikt. Wanneer het proces vordert richting een besluit wordt de informatie specifieker. Hiermee wordt de onderzoekslast tot het doelmatige beperkt. Ook het gebied waarover onderzoek plaatsvindt is door het kabinet afgebakend. Er is alleen onderzoek nodig voor gebieden waar redelijkerwijs een effect te verwachten is.
Verder wil het kabinet bij de afweging over tracékeuzes meer inzicht creëren in de effecten op de gezondheid. Dit kan volgens een nieuwe methode die de beslisinformatie verbetert: de zogeheten GES-methode. Voor deze methode wordt gebruik gemaakt van informatie die al beschikbaar is in de milieueffectrapportage. Dit betekent beperkte extra onderzoekslasten en tegelijkertijd betere beslisinformatie.
Deze beleidskeuzen zijn in lijn met de adviezen van de Commissies Versnelling besluitvorming infrastructurele projecten (Elverding) en de Commissie meten en berekenen luchtkwaliteit (Verheijen). Onderdeel van die adviezen is om niet langer uit te gaan van gedetailleerde berekeningen die een schijnzekerheid bieden, maar uit te gaan van vuistregels die zinvollere beslisinformatie opleveren.