Kredietverlening bij de door de overheid gesteunde banken
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Datum: 2 juli 2009
Betreft: Kredietverlening bij door de overheid gesteunde banken
Geachte Voorzitter,
Tijdens het spoeddebat over bancaire kredietverlening aan bedrijven heb ik u toegezegd een schriftelijke reactie te zullen sturen op de motie van het kamerlid mevrouw Sap betreffende de opname van een toetsbare eis van kredietverlening in Europa bij steunverlening aan financiële instellingen.
In beginsel verzet Europees recht zich niet tegen het inzichtelijker maken van de kredietverlening over een bepaalde periode. Zo lang de door een lidstaat genomen maatregel ten aanzien van kredietverstrekking maar non-discriminatoir is, zal de maatregel toelaatbaar zijn. Zoals ik in mijn brief van 24 juni 2009 met kenmerk FM/2009/1386 M heb aangegeven is het ontoelaatbaar dat een Lidstaat eisen stelt aan financiële instellingen om de kredietverlening in eigen land te bevorderen boven andere Lidstaten.
Een van de beweegredenen achter de steun aan financiële instellingen is het beschermen van spaarders en continueren van kredietverlening. Ik ben derhalve voorstander van commitments van financiële instellingen over kredietverlening waarbij inzichtelijk gerapporteerd wordt over de naleving. De suggestie van mevrouw Sap gaat verder en vraagt om een afdwingbaar volume van kredietverlening, zonder enige zekerheid in welk land de kredietverlening terecht komt. Het lijkt ons dat dit niet spoort met de bedoeling waar het in deze discussie in eerste instantie om draaide, namelijk het bevorderen van kredietverlening in eigen land.
De Minister van Financiën,
Wouter Bos