Hirsch Ballin: ‘Geen shariarechtbanken in Nederland’
Er kan in Nederland geen sprake zijn van een paralelle rechtstructuur die de werking van de Nederlandse rechtsorde ondermijnt. Uitspraken of handelingen van imams of anderen die shariarecht uitleggen of toepassen hebben in Nederland geen bindende kracht en kunnen derhalve de Nederlandse wet niet opzijzetten. Tegen schendingen van het recht wordt zonodig met strafrechtelijke middelen opgetreden. Dat schrijft minister Hirsch Ballin in antwoord op kamervragen over Sharia-rechtbanken.
Wanneer imams of anderen op verzoek van gelovigen uitspraken doen over wat de islam als passend gedrag beschouwd, zal dit een inbreuk op onze rechtsorde vormen als mensen door bepaalde uitspraken worden gedwongen tot gedrag dat zij niet wensen, worden vernederd, of de rechten die hen volgens het in Nederland geldende recht toekomen worden geschonden. Bepaalde elementen en interpretaties van de sharia staan haaks op de kernwaarden van onze democratische rechtsstaat.
De Nederlandse overheid spant zich in om kwetsbare groepen weerbaarder te maken en hen de weg te laten vinden naar de instituties van onze rechtsstaat. Hiertoe biedt de overheid voorlichting, bescherming en hulp aan, zoals via het uitdragen van actief burgerschap, het voorkomen van eergerelateerd geweld, het ondersteunen van achtergelaten vrouwen, het verplichten van inburgering, het bespreekbaar maken van homosexualiteit in migrantengemeenschappen en het onderhouden van contacten met migrantenorganisaties. Het kabinet laat een onderzoek uitvoeren naar het verschijnsel van informele huwelijken zonder voorafgaand burgerlijk huwelijk en van polygame huwelijken. Ook naar het voorkomen van shariarechtbanken zal onderzoek worden gedaan.