Minister Gerda Verburg van LNV wil voedsel duurzamer maken

Het stimuleren van vraag en aanbod van duurzaam voedsel is de kern van de nota Duurzaam Voedsel die minister Gerda Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vandaag naar de Tweede Kamer stuurt. De nota heeft de ambitie dat Nederland in 2015 koploper is op het gebied van duurzaam voedsel en moet dan een voorbeeld zijn voor de internationale gemeenschap. Voor de nota is 20 miljoen euro beschikbaar.

Nederland is op dit moment, na de VS, 2e exporteur van agrarische producten in de wereld, met een omvang van 60 miljard euro. Het concurrentievermogen en de innovatiekracht van de Nederlandse voedingssector moet optimaal bijdragen aan het duurzamer worden van het internationale voedselsysteem. Dat voedselsysteem staat ondermeer onder druk vanwege de mondiaal forse toename van de consumptie van vlees, vis en zuivel, die een groot beslag legt op het mondiale ecosysteem. Volgens minister Verburg "heeft Nederland unieke mogelijkheden in huis om een actieve bijdrage te leveren aan de oplossing".

Stakeholders

Bij de verduurzaming van de voedselketen is een belangrijke rol weggelegd voor de voedselproducerende en -verwerkende sector en de supermarkten, de zogeheten stakeholders. Minister Verburg is bezig een platform verduurzaming voedsel oprichten, om het aanbod van marktgerichte duurzamere producten te vergroten. Dit platform moet komen met concrete plannen waarmee ondermeer duurzame groenten, fruit, vlees en vis hun weg naar de consument vinden. Partijen maken binnen dit platform afspraken op basis van vrijwilligheid, maar deze afspraken zijn niet vrijblijvend. Er wordt toegewerkt naar doorbraken en concrete resultaten. Een voorbeeld van deze aanpak is het Convenant Marktontwikkeling Verduurzaming Dierlijke Producten dat vorige maand is ondertekend en dat moet leiden tot vlees in de schappen tussen het reguliere en biologische segment in.

Consumenten

Maar het zijn uiteindelijk de consumenten die de verduurzaming van het voedsel tot stand kunnen brengen: zij moeten het duurzamere voedsel immers kopen.. Om een duurzamer keuze te kunnen maken moet de consument keuze hebben, zich bewust zijn van de gevolgen van zijn keuze en over voldoende informatie beschikken om een afgewogen keuze te kunnen maken.

'Gesloten settings'
Het aanbod van voedselproducten neemt een centrale rol in binnen de duurzaamheidsopgave. Dit aanbod is er niet alleen in de winkel of de supermarkt, maar ook buitenshuis, op ons werk, via catering of horeca. Consumenten bevinden zich vaak in zogeheten 'gesloten settings' zoals de sportkantine, het bedrijfsrestaurant of de eetzaal van zorginstellingen. Consumenten zijn daar afhankelijk van de keuze die de aanbieder voor hen maakt. Alle aanbieders van voedsel hebben dus een uitstekende positie om het consumentengedrag te sturen. Het ministerie van LNV geeft zelf het goede voorbeeld door haar eigen bedrijfsrestaurant uit te roepen tot proeftuin op dit gebied.

Woud van logo's
Op het gebied van de informatievoorziening zien dankzij een overdaad aan logo's de meeste consumenten door de bomen het bos niet meer. Aan de andere kant zijn de logo's het bewijs van concurrentie op de duurzaamheidsmarkt, die in de ogen van minister Verburg kan leiden tot een groter marktaandeel van duurzaam voedsel. Wel wil zij de consument een handje te helpen door samen met EZ de Consuwijzer uit te breiden met meer duurzaamheidskeurmerken. Ook worden nieuwe vormen van informatievoorziening op de winkelvloer onderzocht. Daarnaast krijgen vraagstukken over duurzaamheid en informatievoorziening in de toekomst een sterker Europees karakter. Minister Verburg streeft naar Europese regulering van duurzaamheidsclaims.

Voedselverspilling

De nota Duurzaam Voedsel bindt de strijd aan tegen voedselverspilling; consumenten gooien naar schatting voor zo'n € 1,6 miljard per jaar voedsel weg. En naar schatting zo'n € 2 miljard per jaar wordt in de totale voedselketen verspild bij de productie, de verwerking, het vervoer of bij verkoop. Het niet geconsumeerde voedsel wordt vaak verbrand òf gestort. We zijn geneigd deze 'voedselverspilling' normaal te vinden. Eén van de mogelijkheden is het beter benutten van voedselresten. Bij het tegengaan van voedselverspilling gaan economische voordelen hand in hand met de verduurzamingsopgave. In 2015 moet de voedselverspilling met 20% zijn verminderd.