Leraren steunen focus op taal en rekenen
Driekwart van de leraren steunt de extra aandacht voor taal- en rekenonderwijs op de basisschool.
Dat blijkt uit een onderzoek over de Kwaliteitsagenda Primair Onderwijs dat staatssecretaris Dijksma vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Driekwart van de ondervraagde leraren beoordeelt de focus op taal en rekenen als goed of zeer goed. Onder schoolleiders en schoolbesturen is het percentage nog hoger: 84% respectievelijk 83%. Staatssecretaris Dijksma is blij met de steun: "Taal- en rekenonderwijs is het fundament van goed onderwijs. Extra aandacht ervoor kan alleen als leraren er het belang van inzien. Ik ben blij dat uit het onderzoek blijkt dat dat ook zo is. Zo kan een generatie kinderen opgroeien met een stevige taal- en rekenbasis voor de toekomst."
Naast het onderzoek onder leraren is vandaag ook het onderzoek naar het taal- en rekenniveau van basisschoolleerlingen in groep 4 en groep 8 naar de Kamer gestuurd. Het onderzoek is een eerste meting naar de basisvaardigheden van deze leerlingen en wordt jaarlijks herhaald. Op deze manier kunnen de ontwikkelingen op het gebied van taal en rekenen nauwgezet worden gevolgd.
Het jaarlijkse reken- en taalonderzoek wordt uitgevoerd door Cito en is onderdeel van de Kwaliteitsagenda Primair Onderwijs. In de Kwaliteitsagenda is met het basisonderwijsveld afgesproken dat in 2011 de gemiddelde leerprestaties voor alle groepen leerlingen op taal en rekenen aantoonbaar gestegen moeten zijn. Dijksma: "In het buitenland presteren kinderen steeds beter op het gebied van taal en rekenen. Nederland mag niet achterop raken. Scholen zijn daarom hard aan de slag gegaan om de basisvaardigheden te verbeteren. We willen natuurlijk weten of alle inspanningen ook daadwerkelijk tot betere reken- en taalprestaties leiden. Vandaar een jaarlijkse peiling."
Omdat deze peiling een nulmeting is, kan er nog geen waardering aan worden toegekend. Pas vanaf volgend jaar kunnen de scores over de verschillende jaren worden vergeleken. Wel komen verschillen in vaardigheden tussen groepen uit het onderzoek naar voren. Zo presteren jongens in de groepen 4 en 8 beter op rekenvaardigheden dan meisjes en presteren meisjes weer over het algemeen beter op taalvaardigheden.
Om de basisvaardigheden te verbeteren, zijn verschillende maatregelen in het kader van de Kwaliteitsagenda genomen. Zo zijn ongeveer 2000 basisscholen aan de slag gegaan met een reken- of taalverbetertraject. Ook investeert het kabinet fors in het wegwerken van taalachterstanden via de voor- vroegschoolse educatie (VVE), het verminderen van het aantal zeer zwakke scholen, is er een excellentieprogramma opgezet en wordt er hard gewerkt aan de invoering van referentieniveaus. Hierin wordt voor het hele onderwijs vastgelegd wat leerlingen tijdens hun schoolloopbaan moeten kennen en kunnen op het gebied van taal en rekenen.
Documenten
-
Bijlage b: Opiniepeiling Kwaliteitsagenda PO (eindrapportage)
-
Bijlage c: Inspectieonderzoek taalonderwijs taalzwakke en taalsterke scholen
-
Bijlage d: Peiling CITO rekenvaardigheid/taalvaardigheid
-
Bijlage e: Prestaties, gedrag en houding van basisschoolleerlingen
-
Brief aan de Tweede Kamer Voortgangsrapportage Kwaliteitsagenda PO "Scholen voor morgen"
-
Overzicht brieven aan de Tweede Kamer in het kader van de Kwaliteitsagenda PO