Antwoorden op kamervragen van Uitslag over een 'zwarte lijst' van specialisten, huisartsen en verpleegkundigen

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

MEVA-K-U-2934223

29 juni 2009

Antwoorden op kamervragen aan minister Klink van het Kamerlid Uitslag over een 'zwarte lijst' van specialisten, huisartsen en verpleegkundigen (2009Z09692).

Vraag 1

Bent u bekend met het positieve nieuws over het in de maak zijn van een ‘zwarte lijst’ van specialisten, huisartsen en verpleegkundigen die geschorst (geweest) zijn, of hun beroep niet meer mogen uitoefenen, en is dit conform uw plannen? 1) Is deze ‘zwarte lijst’ ook van toepassing op andere BIG-geregistreerde beroepen, zoals bijvoorbeeld fysiotherapeuten? Zo nee, waarom niet?

Ik ben sinds enige tijd bezig met de totstandkoming van een wijziging van het Registratiebesluit van de Wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG). Met deze wijziging wordt het via internet mogelijk gemaakt doorhalingen en geclausuleerde inschrijvingen in het BIG-register te publiceren. Het betreft hierbij alle artikel 3 beroepen van de Wet BIG, die tuchtrechtelijk vervolgt kunnen worden. Dit zijn artsen, apothekers, tandartsen, gezondheidszorgpsychologen, psychotherapeuten, fysiotherapeuten, verloskundigen en verpleegkundigen en ook de specialisten die geregeld zijn volgens artikel 14 van de Wet BIG.

Vraag 2

Deelt u de mening dat deze ‘zwarte lijst’ zo snel als mogelijk ingevoerd moet worden? Wanneer kan de lijst worden verwacht?

De publicatie op internet van doorhalingen en geclausuleerde inschrijvingen wordt aan het einde van dit jaar verwacht. Hiermee kan een overzicht gegeven worden van artsen en andere BIG-geregistreerden die doorgehaald zijn, of geclausuleerd uit hun bevoegdheid zijn gezet op grond van een onherroepelijke uitspraak van de tuchtrechter. De patiënt kan dan eenvoudig zelf zien of een beroepsbeoefenaar de fout ingegaan is of niet. Nu kennen we de mogelijkheid van publicatie in de Staatscourant en in het RIBIZ-register. Het RIBIZ-register is nu al via internet te raadplegen, maar in de praktijk blijkt het lastig doorzoekbaar. Met de nieuwe mogelijkheid verbeteren we de toegankelijkheid.

Vraag 3

Ligt de verantwoordelijkheid voor de regie van ‘de zwarte lijst’, waarop ongeveer 150 namen en adressen komen te staan van BIG-geregistreerden, bij u of bij de beroepsgroepen? Hoe ziet u de verantwoordelijkheid van de beroepsgroepen voor het samenstellen van deze lijst?

De betrokken beroepsbeoefenaar is zelf verantwoordelijk voor inschrijving in een register. Het CIBG, uitvoerder van mijn ministerie, is beheerder van het RIBIZ en verantwoordelijk voor het beheer van de registratie en de informatieverstrekking daaruit. Het RIBIZ zal zorgdragen voor het actueel houden van de lijst met namen van de beroepsbeoefenaren die zijn doorgehaald of geclausuleerd zijn ingeschreven in het BIG-register.
Voor specialismen (hartchirurgie; interne; huisartsen etc.) houden de specialistische beroepsgroepen zelf een registratie bij die overigens wel weer gekoppeld is aan het RIBIZ. Voor het bijhouden van de artikel 14-registers hebben de specialisten eigen herregistratie- eisen. Voor de door de overheid beheerde registers geldt dat ik onlangs herregistratie-eisen heb opgesteld voor de eerste tranche beroepsbeoefenaren, namelijk verpleegkundigen, verloskundigen en fysiotherapeuten. De tweede tranche betreft de vijf andere artikel 3 beroepen. Met deze beroepen wordt overleg gevoerd over de invoering van de herregistratie op afzienbare termijn.

Vraag 4

Wat is de status van de ‘zwarte lijst’ in relatie tot het tuchtrecht en het BIG-register? Op basis van welke criteria zal de ‘zwarte lijst’ worden opgesteld? Wie bepaalt welke informatie leidt tot plaatsing op de lijst?

De publicatie op internet geeft een overzicht van artsen en andere BIG-geregistreerden die doorgehaald zijn, of geclausuleerd uit hun bevoegdheid zijn gezet op grond van een onherroepelijke uitspraak van de tuchtrechter.
Het CIBG is beheerder van het RIBIZ-register en verantwoordelijk voor het beheer van de registratie en de informatie verstrekking daaruit.

Vraag 5

Deelt u de mening dat een aantal recente gebeurtenissen hebben laten zien dat het van groot belang is om medisch gedrag van geschorste medisch specialisten en andere professionals ook over de grenzen heen te bezien? Deelt u de mening dat een Europese lijst grote meerwaarde kan hebben, en dat het de voorkeur verdient om de Nederlandse ‘zwarte lijst’ dusdanig in te richten dat deze ook over de grenzen heen bruikbaar zal zijn? Zo nee, waarom niet? Is de ‘zwarte lijst’ beschikbaar voor zorginstellingen van andere (EU) landen? Zo nee, waarom niet?

Natuurlijk wil ik een dergelijk overzicht ook zo snel mogelijk in heel Europa. Ik wil ernaar streven dat het voor iedereen in Europa klip en klaar is als een arts of andere geregistreerde beroepsbeoefenaar doorgehaald is of geclausuleerd uit zijn bevoegdheid is gezet.
Er is op dit moment geen Europeesrechtelijke basis voor een centrale database voor het opslaan en toegankelijk maken van gegevens over tuchtrechtelijke maatregelen. Uit oogpunt van privacybescherming zal een dergelijke database niet makkelijk te realiseren zijn. Toch wil ik de eerstvolgende Raad van Ministers van Volksgezondheid bij de andere lidstaten polsen hoe zij staan ten opzichte van een Europese database waarin artsen vermeld worden die op grond van tuchtrecht hun beroep niet in eigen land en ook niet over de grens mogen uitvoeren.
Het blijft daarbij van belang ook energie in te blijven zetten voor een goede uitvoering van de huidige bestaande informatie-uitwisseling in het kader van richtlijn EG 2005/36 en het IMI systeem.

1) Reformatorisch Dagblad, 29 april 2009: ““Klink geeft zwarte lijst specialisten vrij”