Nationale Veteranendag 2009
Het defilé is in volle gang. Het publiek in de Haagse binnenstad houdt het winkelen even voor gezien. De mensen hebben zich massaal opgesteld achter de dranghekken, samen met duizenden anderen uit het hele land die naar de Hofstad zijn gekomen om de vijfde Nederlandse Veteranendag mee te maken.
Bijna 4000 veteranen en actief dienende militairen paraderen langs Prins Willem Alexander, die het defilé afneemt, om zich vervolgens te laten toezwaaien door een enorme massa toeschouwers. De sfeer zit er goed in, evenals op het Malieveld vanwaar de 80 detachementen vertrekken. Onder hen ook een 15-koppig groepje dat die ochtend per fiets bij De Grote Kerk arriveerde. Het zijn de 8 veteranen, 3 actief dienende militairen met uitzendervaring en één zonder, plus 3 begeleiders die dinsdag uit Normandië vetrokken en trappend 814 kilometer aflegden.
Zij volgden het spoor van de Prinses Irene Brigade, die op 8 mei 1945 als eerste geallieerde eenheid Den Haag binnentrok. Een van hen destijds was soldaat Rudi Hemmen, inmiddels generaal-majoor van de luchtmacht b.d. En ook nu was hij erbij. Voor zijn maten die met de bevrijding in zicht toch nog sneuvelden, legde hij een krans bij de plaquette voor de Prinses Irene Brigade. Hemmen deed dat samen met regimentsadjudant Jeroen van Dijk wiens eenheid, 17 Pantserinfanteriebataljon Garde Regiment Fuseliers Prinses Irene, de tradities van de gelijknamige brigade heeft voortgezet.
Ridderzaal
In de Ridderzaal sprak die ochtend Jan Peter Balkenende veel veteranen en autoriteiten toe. Hij zei dat de verhalen van veteranen het verdienen te worden verteld omdat ze uniek zijn en om er respect voor te hebben. “Veteranen worden gewaardeerd en erkend, terecht. En wij zullen luisteren.” De indrukwekkende, ontroerende voordracht van Gijs Wanders mag ook niet onvermeld blijven. Met beelden uit Afghanistan vertelde hij het verhaal van de uitgezonden militair, afgewisseld met muziek. Wanders: “Wie heeft gereisd kan veel verhalen, en wie daarbij heeft gezien en gevoeld nog méér... Maar hoe vang je in woorden, wat je nooit eerder hebt ervaren, en wat is doorgedrongen tot in het diepst van je ziel?”
De stem van Anna vertolkt die van een militair: “Je ervaart je eigen oorlog van angst en bloed, zonder camera’s... En als je erover vertelt knikt de ander, met afgewend hoofd, bijna verveeld, want er is zoveel méér in het leven.”
“Het beeld dat oprijst uit veteranenverhalen is verbondenheid”, vervolgt Wanders. “Kameraadschap in de herinnering, doorploegd met grove sporen uit de schaduwkant van het leven. De tijd overwoekert veel, maar niet de herinnering, de intense beleving die veteranen delen.”
En daar draait het om vandaag, het weerzien en herinneringen ophalen met de maten van toen. En de erkenning voor wat de veteranen in dienst van de vrede hebben gedaan overal in de wereld, die door de inzet van militairen op veel plekken beter is geworden.
Medailles
Voor die inzet ontvangt een militair de herinneringsmedaille vredesmissies, maar soms ook een ander exemplaar. Zo was er uit handen van de Prins het Mobilisatie-Oorlogskruis voor Julius Walther Cameron, die in ’43-’44 bij de Troepenmacht in Suriname diende en vervolgens via Australië bij het Koninklijk Nederlands Indisch Leger belandde.
Drie draaginsignes gewonden werden er uitgereikt. Eén door minister van Defensie Eimert van Middelkoop aan oud huzaar Willem van Wijnen, die in de meidagen van ’40 deel uitmaakte van het 1e Regiment huzaren-motorrijder. Staatsecretaris De Vries speldde een ereteken op bij voormalig dienstplichtige in de jaren ’40 Eelsje Seinen, en Commandant der Strijdkrachten generaal Peter van Uhm deed dat bij sergeant Patrick Liebers, die 19 januari 2006 ernstig gewond raakte in Afghanistan. Kolonel Willem Verweij ontving van premier Balkenende de herinneringsmedaille waarna nóg 55 militairen deze kregen voor missies Afghanistan, Bosnië, Kosovo en Soedan. De minister van Defensie hield een toespraak voor het uitreiken van de medailles. Deze is als PDF bijgevoegd.