Vangstadviezen 2010

De druk van de visserij op de visbestanden in de Noordzee is in de afgelopen jaren afgenomen als gevolg van het huidige beleid. Door deze afname is de hoeveelheid schol en tong in de Noordzee toegenomen en zijn de bestanden van beide vissoorten weer boven het voorzorgsniveau. De haringstand stabiliseert, ondanks een lage aanwas. Deze ontwikkelingen lijken er op te wijzen dat het beheer van deze soorten werkt. De toestand van de kabeljauw in de Noordzee is nog steeds zorgelijk.

Dit blijkt uit de jaarlijkse adviezen van de wetenschappers van de Internationale Raad voor Onderzoek der Zee (International Council for the Exploration of the Sea of, ICES).

Onderzoekers van IMARES(onderdeel van Wageningen UR) hebben de vangstadviezen van ICES vandaag gepresenteerd aan het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), de visserijsector en maatschappelijke organisaties. De adviezen hebben onder andere betrekking op de bodemvisserij op tong, schol en kabeljauw in de Noordzee, en op de visserij op haring. Hieronder volgen de beoordelingen door ICESvan de voor Nederland belangrijkste visbestanden.

Noordzee tong

Door een beperking van het aantal zeedagen en een sanering van de vloot is de visserijdruk op het tongbestand in de Noordzee de laatste jaren sterk afgenomen. De volwassen tongstand in 2009 wordt geschat op 38.000 ton. Dit is boven het voorzorgniveau van 35.000 ton. Op basis van het beheerplan wordt een toegestane vangsthoeveelheid voor 2010 geadviseerd van 14.100 ton. Dit is 1 % hoger dan de TAC(Total Allowable Catch) in 2009, die 14.000 ton bedraagt.

Noordzee schol

De stand van de volwassen schol in de Noordzee is de afgelopen paar jaren flink toegenomen en wordt geschat op ongeveer 388.000 ton in 2009. Deze toename is hoofdzakelijk een gevolg van een afname van de visserijdruk in lijn met het beheerplan. De verminderde visserijdruk is voor een belangrijk deel het gevolg van een sanering van een deel van de kottervloot. De scholstand is duidelijk boven het voorzorgniveau van 230.000 ton. In overeenstemming met het beheerplan kan de toegestane vangsthoeveelheid met 15% toenemen van 55.500 ton in 2009 naar 63.825 ton in 2010.

Noordzee kabeljauw

De kabeljauw bevindt zich al een aantal jaren in de problemen. Pogingen om de kabeljauwstand in de afgelopen jaren te herstellen hebben te weinig effect gehad. De Europese Unie is eind 2008 een nieuw herstelplan overeengekomen. Dit plan biedt volgens ICES een goede kans om de kabeljauwstand in de komende jaren te herstellen. Het advies voor 2010 volgt het nieuwe herstelplan en komt neer op een vangst van hoogstens 40.300 ton voor de Noordzee, Skagerrak, Kattegat en het Oostelijk Kanaal. Dat is 16% hoger dan de TAC voor dit zeegebied in 2009 van 34.600 ton.

Noordzee haring

Na een herstel in het begin van deze eeuw daalde de haringstand na 2004. Dit is het gevolg van de geringe aanwas van jonge haring. Jaarlijks worden weliswaar voldoende haringlarven geboren, maar slechts een gering aantal overleeft. Dit heeft waarschijnlijk te maken met veranderingen in het zeemilieu en de gevolgen daarvan voor het voedsel van haring: dierlijk plankton. De stand van de volwassen haring is door voorzichtig beheer gestabiliseerd rond de 1 miljoen ton. Dat wil zeggen: boven het limietniveau maar onder het voorzorgniveau. Op basis van het beheerplan van de Europese Unie en Noorwegen adviseert ICES voor 2010 een toegestane vangsthoeveelheid voor de visserij op consumptie haring van 164.300 ton. Dat is 4 % lager dan de TAC in 2009, welke 171.000 ton bedraagt.

Vervolg

Net zoals in 2008 worden de adviezen in juni gegeven zodat de Europese Commissie en de lidstaten zo vroeg mogelijk kunnen starten met het voorbereiden van de besluitvorming over de vangstmogelijkheden voor 2010 in de Raad van Visserijministers. De Commissie bespreekt de adviezen met de visserijsector en maatschappelijke organisaties in de Regionale Advies Raad voor de Noordzee (Noordzee RAC). In november maakt de Europese Commissie voor een aantal bestanden vangstafspraken met Noorwegen. Eind van het jaar stelt de Raad van Visserijministers de toegestane vangsthoeveelheden voor 2010 vast. Indien de uitkomsten van de Noordzeebemonstering, die in het najaar gehouden wordt, wijzen op grote veranderingen in de visbestanden, dan kunnen de visserijbiologen het advies in oktober herzien.