Antwoorden op kamervragen van Van Gerven en Leijten over dagcentra ggz-patienten

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DLZ-K-U-2932879

25 juni 2009

Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op de vragen van de Kamerleden Van Gerven en Leijten (SP) over dagcentra ggz-patienten (2009Z09192).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het sluiten van een dagcentrum voor ggz-patiënten in Alkmaar om de indicaties met 25 procent te verminderen? 1)

Antwoord 1

Voor mij staat de continuïteit van de zorg voor cliënten voorop. Het is van belang dat cliënten die wel een indicatie hebben maar niet meer naar dit dagcentrum kunnen, elders wel terecht kunnen. Het zorgkantoor dat verantwoordelijk is voor de zorginkoop kan de cliënten hierbij behulpzaam zijn.

Vraag 2

Heeft deze vermindering te maken met het wegvallen van de functie participatie en/of mensen met een lichte beperking en/of de grondslag psychosociaal?

Antwoord 2

Cliënten die een dagcentrum bezoeken ten laste van de AWBZ hebben daarvoor een indicatie nodig. Dagbesteding valt onder de functie begeleiding. Om voor begeleiding in aanmerking te komen, moet de cliënt matige of zware beperkingen hebben op één van de 5 relevante gebieden, zoals sociale redzaamheid. AWBZ-begeleiding is gericht op het bevorderen, het behoud of het compenseren van zelfredzaamheid van de verzekerde. Als de begeleidingsvraag uitsluitend tot doel heeft maatschappelijk te participeren kan vanuit de AWBZ geen begeleiding meer worden toegekend. Daarnaast is het zo dat de AWBZ geen grondslag psychosociaal meer kent, die toegang geeft tot begeleiding. Een dagcentrum kan van al deze maatregelen inderdaad gevolgen ondervinden: het zorgkantoor zal mogelijk minder zorg inkopen. Daar staat tegenover dat gemeenten mogelijk nieuwe onderhandelpartners zullen worden.

Vraag 3

Heeft deze vermindering te maken met de invoering van de zorgzwaartepakketten? Zo ja, hoe kan het dan zijn dat de vermindering 25 procent bedraagt terwijl is afgesproken dat in dit overgangsjaar een bandbreedte in de groei dan wel krimp zou zijn van 2 procent?

Antwoord 3

Deze vermindering heeft niet te maken met de invoering van de zorgzwaartebekostiging. Volgens het artikel in Zorgvisie is GGZ Noord Holland van mening dat de pakketmaatregel begeleiding leidt tot een kwart minder cliënten en daarmee een kwart minder inkomsten.

Vraag 4

Bent u van mening dat voorkomen moet worden dat deze mensen geïsoleerd raken en vindt u dat de gemeente hier een verantwoordelijkheid hebben? Zo ja, maakt dit onderdeel uit van de financiële afspraken over het budget voor 2010?

Antwoord 4

In het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning hebben gemeenten een taak op het gebied van maatschappelijke participatie, waaronder voorkomen van isolement en eenzaamheid. Gemeenten hebben onder andere een plicht om voorzieningen te treffen ter compensatie van de beperkingen die hun burgers ondervinden in de maatschappelijke participatie, met als doel medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. De gemeenten hebben daarbij veel mogelijkheden om collectieve welzijnsarrangementen te creëren en rekening te houden met de eigen mogelijkheden van mensen en hun omgeving. Het kan zijn dat er door de pakketmaatregel AWBZ meer beroep gedaan wordt op gemeentelijke voorzieningen. Gemeenten krijgen daarom structureel geld om een ondersteuningsvraag als gevolg van de pakketmaatregel AWBZ op te vangen.

Vraag 5

Erkent u dat voor veel van deze mensen het welzijnswerk of de buurthuizen een brug te ver is, dat het dagcentrum naast laagdrempeligheid, veiligheid ook een op herstel gerichte aanpak biedt en samenwerkt met behandelteams? Zo ja, hoort deze functie dan niet volledig in de AWBZ te zijn opgenomen?

Antwoord 5

Het is een misverstand dat dagbesteding niet meer onder de AWBZ valt. Voor cliënten met matige of ernstige beperkingen is dagbesteding nog steeds mogelijk, immers zij krijgen een indicatie voor begeleiding (in dagdelen). Voor cliënten met lichte beperkingen in de zelfredzaamheid zijn ook andere collectieve arrangementen mogelijk. Vormen van activerende begeleiding die onlosmakelijk zijn verbonden met het behandelproces zijn onderdeel geworden van de aanspraak behandeling. Voor cliënten met een psychiatrische aandoening betreft het dan verzekerde Zvw-zorg.

Vraag 6

Heeft u inzicht in de situatie bij de overige dagcentra in het land en kunt u de Kamer hiervan op de hoogte stellen? Zo nee, wanneer heeft u dit inzicht wel?

Antwoord 6

Ik heb geen inzicht in de situatie van alle dagcentra in het land. Wel bereiken mij hierover diverse signalen vanuit aanbieders en patiëntenorganisaties. Ik zal dan ook de gevolgen van de pakketmaatregel AWBZ voor de cliënten van dagcentra en de dagcentra zelf de komende tijd scherp volgen. In de voortgangsrapportage pakketmaatregel AWBZ besteed ik hier aandacht aan.

Vraag 7

Wat zijn de eerste resultaten van de monitor die het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) heeft ontwikkeld naar de effecten van deze maatregel? 2)

Antwoord 7

Uit gegevens over de eerste 3 maanden van 2009 blijkt een aanzienlijke daling van het aantal afgegeven extramurale besluiten met een vorm van begeleiding. In de voortgangsrapportage pakketmaatregel AWBZ, die ik heb gestuurd ga ik hier nader op in.

Vraag 8

Op welke manier worden gemeenten in 2009 gecompenseerd voor de extra uitgaven die zij moeten doen in verband met het overgangsjaar van de pakketmaatregel?

Antwoord 8

Met de VNG is afgesproken dat zij in 2009 euro 29 miljoen ontvangen en vanaf 2010 euro 127 miljoen structureel voor de gevolgen van de pakketmaatregel AWBZ.
Ik heb u hierover in mijn brief van 8 april 2009 geïnformeerd (29538-102).