Akkoord over richtlijn industriële emissies
De EU-ministers van Milieu bereikten vandaag een akkoord over de richtlijn industriële emissies. De ministers spraken af dat er strengere eisen zullen worden gesteld aan milieuvergunningen. Grote bedrijven en intensieve veehouderijen mogen steeds minder milieuvervuiling veroorzaken. Daarmee komen milieudoelen binnen bereik.
Voor Nederland was een punt van zorg dat verdere uitzonderingen in de richtlijn voor grote stookinstallaties deze doelen zouden ondermijnen. Een belangrijk element van het compromis is het ongewijzigd vaststellen van het ontzwavelingspercentage op 96%. Een verlaging zou grote gevolgen hebben voor het milieu, aangezien dit ruimte zou bieden voor de meest vervuilende installaties in de EU om hun uitstoot niet te verminderen. In ruil moest wel een overgangstermijn tot 2020 worden geaccepteerd. Hoewel dit een vertraging betekent, blijven de doelen voor 2020 binnen bereik. Belangrijk punt voor Nederland is de erkenning van emissiehandel als kosteneffectief instrument in de richtlijn.
Minister Jacqueline Cramer: "Nederlandse bedrijven die onder de richtlijn vallen hebben over het algemeen al goede vergunningen met scherpe milieu-eisen. De winst voor Nederland is dat andere lidstaten de kwaliteit van hun vergunningen moeten verbeteren waardoor een gelijk speelveld ontstaat."
Achtergrond
Nederland heeft goed Europees bronbeleid nodig om milieudoelen te halen, bijvoorbeeld luchtkwaliteitsregels en emissieplafonds. De richtlijn industriële emissies (ook wel IPPC-richtlijn genoemd) is zo'n Europese bronmaatregel. De richtlijn heeft tot doel milieuverontreiniging door industrie en intensieve veehouderij te verminderen. Bedrijven en veehouders moeten daarvoor de beste beschikbare technieken gebruiken en ook regelmatig bezien of er nieuwere en betere technieken zijn.