Verzoek om overzicht operaties en inzet troepen in Uruzgan

Naar aanleiding van het verzoek van de Vaste commissie voor Defensie om een overzicht te verschaffen van alle operaties en de inzet van de troepen in Uruzgan (kenmerk 09-DEF-B-051) meld ik u het volgende. Sinds het begin van de Nederlandse inzet wordt de Kamer over de voortgang van de missie in Afghanistan periodiek geïnformeerd en vindt regelmatig overleg plaats tussen de regering en de Kamer. Daarin komen de inzet van Nederlandse militairen en grote operaties aan de orde. Indien daar aanleiding voor is, wordt de Kamer, buiten de periodieke rapportages om, additioneel geïnformeerd. Dicht bij de uitvoering is informatie gedetailleerder en meer operationeel van aard, en daarmee minder geschikt voor publieke discussie. Dergelijke informatie vormt echter de grondslag van de Stand van Zakenbrieven en andere informatie die de Kamer ontvangt.

De regering spant zich in om de Kamer zodanig te informeren dat de Kamer het beleid van de regering kan beoordelen aan de hand van de doelstellingen en het mandaat van de missie. De doelstellingen en het mandaat zijn verwoord in de artikel 100-brief. Om deze doelstellingen te bereiken voeren Nederlandse militairen en civiele medewerkers hun taken uit onder verantwoordelijkheid van de regering, binnen de kaders van het vastgestelde mandaat. Vanzelfsprekend ben ik steeds bereid met de Kamercommissie te overleggen over de informatievoorziening over lopende operaties en de verantwoording van het gevoerde beleid.

DE MINISTER VAN DEFENSIE,

E. van Middelkoop