Toespraak minister Ter Horst bij opening Innovatiecongres Veiligheid
Toespraak van minister Ter Horst, uitgesproken bij de opening van het Innovatiecongres Veiligheid in Rotterdam op 24 juni.
Dames en heren,
Over grote uitvindingen gaan vaak mooie anekdotes. Zo begon 51 jaar geleden Jack Kilby aan een nieuwe baan bij Texas Instruments. Hij had nog geen vakantiedagen opgebouwd en terwijl al zijn collega’s met vakantie waren, kon hij in alle rust doorwerken aan een idee dat hij had. Met resultaat. Een jaar later vroeg hij octrooi aan voor de allereerste chip.
De samenleving is veranderd doordat Jack Kilby geen vakantiedagen had. Min of meer door toeval werden perfecte omstandigheden gecreëerd voor het uitwerken van zijn idee.
Ik weet niet of er onder u Jack Kilbies zijn. Ik weet wel dat er genoeg mensen onder u zijn met goede ideeën die Nederland veiliger kunnen maken. Onze inzet is om de perfecte omstandigheden te creëren om die ideeën de ruimte te geven. Dat is wat het kabinet beoogt met het nationale programma maatschappelijke veiligheid.
Nederland moet niet alleen veiliger worden; Nederland moet slimmer veiliger worden. Vergrijzing, krapte op de arbeidsmarkt, de opmars van technologie in de samenleving: allemaal zaken die vragen om structurele aandacht voor innovatie. Kennis is er genoeg in Nederland, maar veel rendement ging in het verleden verloren door gebrekkige samenhang, versnipperde financiering en te weinig binding met de praktijk.
Drie jaar geleden zijn we in Nederland begonnen met een brede aanpak van innovatie en veiligheid. Ik ben om tenminste twee redenen enthousiast over deze aanpak.
Ten eerste is er consequent gekozen voor een vraaggerichte aanpak. Ieder onderzoeksvoorstel begint en eindigt bij de praktijk.
Bijvoorbeeld de praktijk van de brandweer die vaker moet blussen op plaatsen waar moeilijk aan water is te komen – zoals hoge gebouwen of tunnels. Zo ontstond behoefte aan alternatieve blusmiddelen. Ander voorbeeld dat me aansprak is het project ‘slimmer veilig’ in Groningen waarbij politieagenten via kleine pc’s op straat nummerplaten kunnen controleren of snel kunnen scannen of er bekeuringen openstaan.
Ten tweede kunnen we constateren dat deze vraaggerichte methode ontkokerend werkt. Niet alleen tussen de vele veiligheidsorganisaties, maar ook tussen departementen. Samen met defensie, justitie en economische zaken geeft mijn ministerie richting aan het programma en brengen we verbinding aan met de kabinetsdoelstellingen. Het blijkt dat die aanpak werkt, zonder al teveel Haagse stammenstrijd. Het probleem staat centraal en niet de organisatie.
Over een tussenstand kan ik duidelijk zijn: die is veelbelovend. Belangrijkste conclusie is: de aanpak werkt! Er komen jaarlijks veel goede onderzoeksvoorstellen uit de arena’s. Veel onderzoeken zijn in gang gezet. Alle onderzoeken komen voort uit de praktijk. Er is een goede verbinding tussen praktijk en kennis, en u weet de weg makkelijk te vinden naar Den Haag.
De conferentie van vandaag laat interessante resultaten zien. Ik heb al een paar voorbeelden genoemd.
Belangrijk pluspunt is dat er goed wordt nagedacht over de lange termijn. Goed voorbeeld is de roadmap die wordt opgesteld voor cameratoezicht. Waar willen we over pakweg tien jaar staan? Zo’n invalshoek voorkomt dat we steeds ad hoc moeten reageren op nieuwe ontwikkelingen.
Toch valt er ook nog wel wat te wensen. Bij sommige onderwerpen denk ik: waarom voeren we het niet gewoon in? Waarom hebben agenten niet al lang een draagbare pc? Waarom zijn alternatieve blusmiddelen niet overal ingevoerd?
Ik realiseer me dat er altijd spanning is tussen ruimte voor innovatie en wensen van de bestuurder. De bestuurder wil oplossingen voor de problemen van nu, terwijl innovatie meer gericht is op de problemen van morgen. Toch meen ik dat we ideeën die hun waarde hebben bewezen sneller in de praktijk kunnen toepassen. We gaan een paar zetten in de goede richting geven.
- Het Veiligheidsberaad - het beraad van de veiligheidsregio’s - speelt een belangrijke rol; dit bestuur gaat over mensen en middelen. Ik wil er daarom voor zorgen dat innovatie structureel op de agenda komt.
- Proeftuinen zijn belangrijk. Plaatsen waar we nieuwe technieken, nieuwe ideeën of onderzoeken kunnen uitvoeren in de praktijk. Ik ben daarom blij dat Rotterdam en Den Haag bereid zijn om als proeftuin te dienen voor projecten op het terrein van “opereren in netwerken” en “overlast en verloedering”. Zo gaat men in de Haagse wijk Transvaal gedurende drie jaar een methodiek ontwikkelen om bewoners meer te betrekken bij het verbeteren van hun wijk.
- Anderen kunnen profiteren van deze proeftuinen. Dat is ook nodig want we kunnen nog veel beter leren van elkaars ervaringen. Dit jaar hebben we speciaal voor innovaties in Driebergen het centrum M-Do-It geopend. Hier kunnen mensen van de veiligheidsdiensten nieuwe middelen en werkwijzen zelf uitproberen. Ik beveel het iedereen aan.
- Tenslotte is er een hele belangrijke rol weggelegd voor het bedrijfsleven. Als er ergens sprake is van innovatief vermogen dan is het wel in het bedrijfsleven. Zij hebben met commerciële producten directe invloed op invoering van innovaties. Zonder commercie geen innovatie.
Daarom willen we het innovatieve vermogen van bedrijven een stimulans geven. Samen met de ministeries van EZ, Defensie en Justitie heb ik de subsidieregeling Maatschappelijke Innovatie Regeling Veiligheid in het leven geroepen.
Tot en met 2012 is 50 miljoen euro beschikbaar voor innovatieve projecten op het gebied van maatschappelijke veiligheid. We willen zoveel mogelijk aansluiten bij de sterke punten die ons bedrijfsleven al heeft, zoals de ontwikkeling van nieuwe materialen, ICT en gaming. Daarom geven we subsidie voor projecten op het terrein van “opereren in netwerken”, “opleiding, training en oefening” en “fysieke bescherming”.
Ook de EU geeft subsidies om bedrijven te prikkelen tot innovatie. We proberen onze subsidie-doelen op die Brusselse agenda te krijgen om bedrijven te stimuleren in aanmerking te komen voor EU-subsidies.
Dit gaat steeds beter. Meer dan 9% van het beschikbare budget ging bij de laatste subsidie-ronde naar het Nederlandse bedrijfsleven! We zijn daarmee het vierde land in Europa, een uitstekend resultaat.
Alle innovatie begint bij een goed idee.
Ik ben erg benieuwd naar de ideeënpitch die vandaag op het programma staat. Zeker gezien het onderwerp: overlast en verloedering. Op dat terrein is een doorbraak nodig.
Vandaag bepaalt u of er een gouden idee bij zit. Ik wacht in spanning af en we zullen het gekozen voorstel in ieder geval oppakken.
Alles overziend stel ik vast dat we op de goede weg zijn. Er is meer samenhang, er is meer samenwerking en innovatie komt voort uit de dagelijkse praktijk. Als we nu ook nog de slag naar daadwerkelijke invoering verbeteren, hebben we een hele stevige voedingsbodem voor een slimmer veiliger Nederland.
Misschien staat er wel een nieuwe Jack Kilby uit uw midden op. Aan de omstandigheden zal het in ieder geval niet liggen. Dank u wel.