Rijksbrede proef met internetconsultatie van start
Minister Hirsch Ballin van Justitie heeft vanmiddag in het Museum voor Communicatie in Den Haag het startsein gegeven voor een rijksbrede proef om burgers, bedrijven en belangengroepen via internet mee te laten praten over nieuwe wetten en regels. Daarvoor opende de bewindsman de website www.internetconsultatie.nl. Het experiment wordt na twee jaar afgesloten en geëvalueerd.
In dit experiment zullen alle ministeries over minimaal 10% van hun wetten en algemene maatregelen van bestuur consulteren via internet. Zo hoopt het kabinet beter zicht te krijgen op de meerwaarde van deze vorm van consultatie, en antwoord op de vraag hoe je die effectief in moet richten en wat daarvoor nodig is aan capaciteit en professionaliteit aan de kant van de overheid. Voor alle duidelijkheid: internetconsultatie is geen referendum. Het hoeft ook geen representatief beeld te geven van de meningen over een wetsvoorstel. Het gaat in de eerste plaats om transparantie bij de voorbereiding van wetgeving en in de tweede plaats om het benutten van de beschikbare kennis en deskundigheid in de samenleving.
Voor deze proef is een speciale website ontwikkeld waarop ministeries hun wetsvoorstellen kunnen plaatsen. Zij bepalen zelf welke voorstellen daarop voor consultatie worden voorgelegd. Om de proef te laten slagen, is het belangrijk dat die niet alleen over technische zaken gaat. Gedurende minimaal 4 en maximaal 12 weken kan iedereen het voorstel inzien en hierop reageren. Daarna worden de reacties bekeken en wordt eventueel het voorstel aangepast. Bij het voorstel moet ook gemotiveerd worden wat er wel en niet is gedaan met de reacties van de internetconsultatie. Pas daarna beslist de ministerraad over het voorstel.
Het kabinet vindt het belangrijk dat eerst rijksbreed ervaring wordt opgedaan met internetconsultatie voordat het definitief wordt ingevoerd. Een goed experiment biedt alle betrokkenen de mogelijkheid ervaring op te doen. Het verschaft het kabinet informatie die nodig is om een zo goed mogelijk oordeel te vormen over de vraag of, en zo ja op welke wijze internetconsultatie bij regelgeving in voorbereiding structureel kan worden ingevoerd en in hoeverre daarvoor aanvullende capaciteit en financiële middelen nodig zijn.