Wet gelijke behandeling onvoldoende bekend

De Wet gelijke behandeling op grond van handicap en chronische ziekte (Wgbh/cz) moet meer bekendheid krijgen, vindt staatssecretaris Bussemaker. ‘Mensen moeten de inhoud op hoofdlijnen kennen.’

Leenrolstoelen in een museum.

De staatssecretaris reageerde hiermee op de uitkomsten van het rapport ‘Beperkingen, recht en gelijkheid’ van het Verwey-Jonker Instituut, dat ze vandaag in ontvangst nam. Behalve dat de wet onvoldoende bekend is, blijk hieruit dat burgers en instellingen vaak niet weten dat de wet alleen geldt voor arbeid en beroepsonderwijs.

Voorlichting

Bussemaker liet weten al verschillende acties te hebben genomen om de wet meer bekendheid te geven. Zo komt er een nieuwe voorlichtingsbrochure over de wet en verschijnt de nieuwsbrief Participatie voor professionals en geïnteresseerde burgers.

Wet uitbreiden

Op dit moment verkent de staatssecretaris of de Wgbh/cz kan worden uitgebreid naar aanbieden van goederen en diensten. Voordat deze uitbreiding er komt, wil ze kijken naar praktijkvoorbeelden die duidelijk maken wat mogelijk is bij gelijke behandeling en wat niet. Eind 2009 lanceert Bussemaker een landelijk informatiepunt voor iedereen die hier meer over wil weten. ‘Het informatiepunt wijst de weg in toegankelijk Nederland: voor caféhouders en cafégangers, verzekeraars en verzekerden, recreatieondernemers en vakantiegangers’, aldus Bussemaker. Ondernemers- en belangenorganisaties zijn bezig om het informatiepunt te realiseren. VWS coördineert dit proces.

Evaluatie

Het rapport van het Verwey-Jonker Instituut is mede basis voor de evaluatie van de Wgbh/cz, die nu 5 jaar bestaat.