Bussemaker roept bestuurders op om ervaringen te delen

Toespraak | 18-06-2009

Dames en heren,

Graag wil ik u welkom heten op het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. U bent hier vanmiddag naar toe gekomen om met elkaar in discussie te gaan over kwaliteit van zorg binnen uw instellingen en over welke rol bestuurders van een zorginstelling hebben bij het verbeteren van deze kwaliteit.

Mijn mening is dat bestuurders een erg belangrijke rol spelen in de verbetering van de kwaliteit. Dat blijkt uit de eerdere projecten die in het kader van Zorg voor Beter zijn uitgevoerd. Deze projecten hebben vaak geleid tot goede resultaten, soms zelfs tot érg goede resultaten. Maar helaas zijn de succesverhalen vaak niet verder verbreid.

Bijvoorbeeld:

• het is mogelijk om het aantal gevallen van decubitus met 50% te verminderen;

• het is mogelijk om valincidenten en medicatiefouten met respectievelijk 30% en 50% terug te dringen.

Dat zijn fantastische resultaten, die door de inzet van zorgmedewerkers zijn behaald. En waar de cliënten enorm veel profijt van hebben gehad. Zij zijn de grote winnaars, want zij merken –soms letterlijk – aan den lijve waar kwaliteitsverbetering toe leidt. Maar ondanks dat de projecten leidden tot kwaliteitsverbetering van de zorg, ze werden niet verspreid naar andere instellingen. Er vond zelfs geen tot weinig overdracht plaats naar andere afdelingen binnen dezelfde organisatie. En al helemaal werden de ervaringen niet verankerd in de organisatiestructuur of in de werkprocessen. Dat is erg jammer.

Om dat te realiseren is het noodzakelijk dat bestuurders de handen uit de mouwen steken. Kwaliteit van zorg en verbeteringen daarvan, moeten door iedereen binnen een instelling gedragen en opgepakt worden worden. En dat kan als het bestuur duidelijk maakt dat ze achter de verbeteringen staat en daarin ook deelneemt. Uit de eerdere Zorg voor Beter-projecten blijkt echter dat bestuurders het veelal niet als hun taak zagen om zich bezig te houden met de inhoud van de zorg. Liever hielden ze zich bezig met de zaken er omheen, zoals de financiën, fusies en het personeelsbeleid. Of ze waren, zeker de afgelopen periode, druk bezig met de vele ontwikkelingen die in de caresector hebben plaatsgevonden, zoals de invoering van de zorgzwaartebekostiging en de introductie van de kwaliteitsindicatoren.

U bent er gelukkig al van overtuigd dat u zich wel met kwaliteitsverbetering moet bezighouden. Daarom heeft u uw organisaties aangemeld voor het Zorg voor Beter traject “Management van Kwaliteit”. Daar ben ik erg blij mee. Uw projecten zijn gericht op kwaliteitsverbetering. En daarnaast op kwaliteitsverbetering in de organisatieprocessen en organisatiestructuur. Als de projecten zijn afgerond, hoop ik echt dat u daarin geslaagd bent. Dan hebt u een knap staaltje van Integraal Kwaliteitsmanagement gerealiseerd!

Ik hoop bovendien dat uw betrokkenheid niet alleen beperkt blijft tot de duur van het project, maar ook daarna stand houdt en dat u de opgedane ervaringen en resultaten gaat uitventen. Allereerst binnen de eigen organisatie. Maar ook daarbuiten. U kunt als ambassadeur optreden en collega-organisaties wijzen op het succes van uw project. U mag best trots zijn op de kwaliteitsverbeteringen die u weet te bereiken en dat uitdragen.

En zoals ik al zei, uw inspanningen werpen vooral hun vruchten af voor uw cliënten. Zij profiteren van de innovaties die u doorvoert. Want daar gaat het natuurlijk uiteindelijk om: elke zorgcliënt in Nederland moet er op kunnen vertrouwen dat elke zorginstelling kwalitatief goede zorg levert en daaraan continu blijft werken. Ik wil u als staatssecretaris daarbij helpen en ondersteunen, zoals met Zorg voor Beter. Binnen Zorg voor Beter is veel ontwikkeld, uitgeprobeerd en ingevoerd. Er zijn goede voorbeelden en instrumenten die al hun nut hebben bewezen. Maak daarvan gebruik.

Ik wens u veel succes!