Nederland nog altijd in beeld bij jihadisten
Het dreigingsniveau voor Nederland blijft ‘substantieel’. Hoewel de kans op een aanslag in Nederland of haar belangen reëel is, zijn er de afgelopen periode geen concrete aanwijzingen geconstateerd. De waarschijnlijkheid van een jihadistische aanslag op Nederlandse belangen is momenteel het hoogst in het buitenland. Deze dreiging doet zich vooral voor in regio’s waar internationale jihadistische organisaties ruime mogelijkheden hebben tot het plegen van aanslagen. Dat Nederland op het netvlies van jihadisten staat, blijkt uit een op 12 april 2009 uitgebrachte video van as-Sahab, één van de mediaorganisaties van al Qa’ida. In deze video komt een jihadist aan het woord die in het Duits een dreiging uit aan het adres van met name Nederland en Denemarken, omdat deze landen de profeet Mohammed beledigd zouden hebben. Dat Nederland in beeld is bij jihadisten, wordt verder ook geïllustreerd door andere ‘postings’ op het internet waarin Nederland genoemd wordt dan wel beelden worden vertoond die te relateren zijn aan Nederland.
Vanuit Duitsland zijn opnieuw reisbewegingen richting de jihadistische strijdgebieden in Pakistan geconstateerd, waardoor het aantal daar aanwezige jihadisten uit Duitsland verder stijgt. Verschillende Europese landen hebben te maken met jihadisten die terugkomen uit conflictgebieden. Van personen die in buitenlandse jihadistische kampen zijn getraind en weer terugkeren naar Europa, kan een grote dreiging uitgaan. Zij kunnen immers worden aangestuurd vanuit het buitenland, hebben aangegeven een jihadistische intentie te hebben en hebben bovendien terroristische vaardigheden opgebouwd. Ook kunnen jihadistische groeperingen de aanwezigheid van ihadisten uit Europa in de jihadistische strijdgebieden voor propagandadoeleinden gebruiken. Duitsland is de afgelopen periode wederom geconfronteerd met zeker twee videoboodschappen, waarin geradicaliseerde Duitstaligen zich met dreigementen richten tot het Duitse publiek en zich onder andere uitspreken tegen de Duitse militaire aanwezigheid in Afghanistan.
In de Pakistaans-Afghaanse regio, Noord-Afrika, Jemen, Irak en Somalië zijn jihadistische groeperingen actief die de internationale jihad ondersteunen en die een voortdurende dreiging vormen voor westerse, en daarmee ook Nederlandse belangen. Voor ons dreigingsbeeld zijn met name de ontwikkelingen in de Pakistaans-Afghaanse regio relevant. De slechte veiligheidssituatie in Pakistan, blijft nog steeds een bron van zorg. Het Pakistaanse leger is sinds eind april 2009 in de Swat-vallei in hevige gevechten verwikkeld met Pakistaanse militanten om zo te voorkomen dat deze aan invloed in het land winnen. Op dit moment is nog niet duidelijk of de militaire acties in Swat ook op langere termijn tot uitschakeling van de militanten zullen leiden. Wel wordt door de aanhoudende aanvallen met onbemande vliegtuigen (zogenaamde ‘drones’) in de tribale gebieden van Pakistan de operationele effectiviteit van kern al Qa’ida onder druk gezet. Door deze aanvallen zijn enkele prominente leden van kern al Qa'ida gedood en is de terroristische infrastructuur aangetast. Dat staat in het dreigingsbeeld dat met de tiende Voortgangsrapportage Terrorismebestrijding door de ministers van Justitie en BZK naar de Tweede Kamer is gestuurd.
De groeiende militaire acties tegen de Pakistaanse Taliban kunnen een voedingsbodem zijn voor de rekrutering van nieuwe leden door allerlei islamistische bewegingen. De woede groeit mede omdat de aanvallen met onbemande vliegtuigen deels vanuit Pakistaan zouden worden uitgevoerd. Ook zijn er signalen dat de Pakistaanse Taliban hun krachten willen bundelen als antwoord op de groeiende militaire acties van de Verenigde Staten. Jihadistische groeperingen in Somalië slagen er steeds beter in om westerlingen, al dan niet van Somalische origine, te verleiden naar Somalië af te reizen en daar deel te nemen aan de gewelddadige jihad. In Irak is de afgelopen maanden het geweld weer opgelaaid waardoor de relatieve verbetering van de veiligheidssituatie in het land steeds meer onder druk komt te staan. De toename van het geweld laat zien dat de veiligheidssituatie in Irak fragiel blijft en dat de onderliggende etnische en religieuze conflicten nog steeds actueel zijn. Mocht het (intra-) sektarische geweld verder oplaaien, dan kan dit leiden tot een verhoogde instroom van jihadisten en kan Irak een meer prominente inspiratiebron vormen voor jonge moslims om zich aan te sluiten bij de internationale jihad.
De Nederlandse lokale jihadistische netwerken verkeren in een periode van relatieve rust of richten hun activiteiten op het buitenland. Het salafisme in Nederland is in toenemende mate onderwerp van onderzoek. De samenvatting van het DTN en de voortgangsrapportage zijn gepubliceerd op de website van de NCTb.