Meer toezicht op particuliere beveiligingsbranche
De politie gaat meer toezicht houden op de particuliere beveiligings- en recherchebureaus. Bedrijven die bij de controles in de fout gaan, lopen niet alleen het risico dat de vergunning wordt ingenomen maar krijgen ook een boete. Opdrachtgevers die willens en wetens bureaus inschakelen voor het op illegale wijze verkrijgen van informatie zijn strafbaar en kunnen worden vervolgd. Dat schrijven de ministers Hirsch Ballin (Justitie) en Ter Horst (Binnenlandse Zaken) in een brief naar de Tweede Kamer waarin de bewindslieden reageren op een rapport van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (Inspectie OOV).
Particuliere beveiligings- en recherchebureaus moeten een vergunning hebben en staan onder toezicht van de politie. Uit een onderzoek van de Inspectie OOV van het ministerie van BZK blijkt dat het toezicht met name preventief plaatsvindt. Dat houdt in dat voordat de vergunning wordt verstrekt er een betrouwbaarheidsbeoordeling plaatsvindt. De Inspectie OOV beoordeelt de uitvoering van dit toezicht als adequaat. Maar het repressieve toezicht, waarbij particuliere bureaus in de beveiligingsbranche tijdens de uitvoering van de werkzaamheden worden gecontroleerd is onvoldoende van niveau. Het gaat hier bijvoorbeeld om het controleren of bureaus actief melding maken bij de politie van hun werkzaamheden, het naleven van de privacyregels en of de medewerkers van de bureaus zich aan de wet houden bij de uitvoering van hun werkzaamheden. Het gaat in het laatste voorbeeld om het onwettig verkrijgen van persoonsinformatie. Ook constateert de Inspectie OOV dat er onvoldoende gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheden om boetes op te leggen aan bureaus die de wet overtreden. Overigens is de Inspectie OOV tijdens het onderzoek niet gestuit op aanwijzingen die duiden op grote problemen en misstanden in de sector.
De ministers Hirsch Ballin en Ter Horst gaan het repressieve toezicht versterken. De bewindslieden schrijven dat het toezicht op de branche op een dusdanig niveau moet worden verricht dat de belangen van burger en samenleving in voldoende mate worden beschermd. Dat is met name van belang vanwege het feit dat de particuliere veiligheidsbranche in omvang toeneemt en particuliere beveiligers steeds vaker worden ingezet voor de beveiliging van de publieke ruimte.
Tevens vinden de ministers dat de mogelijkheden voor het opleggen van bestuurlijke boetes beter en vaker moeten worden benut. De betreffende bureaus lopen al het risico dat bij herhaalde tekortkomingen de vergunning wordt ingetrokken, maar de bewindspersonen verwachten dat er een preventieve werking uitgaat van het opleggen van boetes. In overleg met het College Bescherming persoonsgegevens wordt de naleving van de bestaande privacynormen in de branche verbeterd.
Overigens benadrukken Hirsch Ballin en Ter Horst dat opdrachtgevers die willens en wetens recherchebureaus inschakelen die de wet overtreden bij de gevraagde werkzaamheden strafbaar zijn en vervolgd kunnen worden. Het gaat dan bijvoorbeeld om bureaus die zich schuldig maken aan uitlokking, diefstal van gegevens, het aftappen van telefoonlijnen of de schending van ambtsgeheimen. De bewindslieden stellen dat het de verantwoordelijkheid van de individuele bureaus is om nieuwe opdrachtgevers te wijzen op de rechtmatigheid van de in te zetten onderzoeksmethodieken.