Fiets heeft sterker imago dan de auto
De fiets heeft als vervoermiddel in de stad een sterker imago dan de auto. De meeste inwoners van middelgrote steden (65 procent) denken dat ze met de fiets sneller in het stadscentrum zijn dan met de auto. Daarnaast vindt een meerderheid ‘gevoel voor vrijheid’, ‘leuk’, ‘relaxed’ en ‘ontspannend’ meer bij fietsen passen dan bij autorijden. Aan de andere kant vinden de meeste inwoners fietsen iets gevaarlijker en vooral inspannender dan autorijden naar het stadscentrum.
Dit zijn enkele resultaten uit een onderzoek dat het ministerie van Verkeer en Waterstaat en het kenniscentrum Fietsberaad hebben laten doen naar de beeldvorming over autorijden en fietsen in middelgrote steden (50.000 tot 200.000 inwoners). De resultaten kunnen helpen doelgerichte campagnes te ontwikkelen om het fietsen te promoten. Staatssecretaris Huizinga van Verkeer en Waterstaat ziet in de uitkomst van het onderzoek kansen om nog meer mensen aan het fietsen te krijgen. ,,Zonder de fiets loopt Nederland onherroepelijk vast. Ik doe er alles aan om de fietser wind in de rug te geven.’’
Uit het onderzoek blijkt dat de beeldvorming over het fietsen in de sterke mate bepaalt of iemand de auto of de fiets neemt naar het centrum. Deze beeldvorming is belangrijker dan opleiding, leeftijd en autobezit. Een meerderheid van de inwoners van middelgrote steden geeft in principe de voorkeur aan fietsen naar het centrum. Soms kiest men toch voor de auto, met name vanwege de hoeveelheid bagage of het weer.
Een kwart van de inwoners van middelgrote steden geeft sterk de voorkeur aan de auto, ook voor verplaatsingen naar het stadscentrum. Fietsen heeft bij deze groep een veel minder goed imago. Zij vinden ‘snelheid’, ‘gevoel van vrijheid’, ‘relaxed’ en ‘ontspannend’ juist meer bij autorijden passen. Toch pakt een deel van deze overtuigde automobilisten ook af en toe de fiets naar het centrum. Vooral omdat het gezond is, om even lekker buiten te zijn of om parkeergeld uit te sparen.
Fietsende klanten
Voor de middenstand zijn fietsers een interessante klantengroep. Zij bezoeken het stadscentrum vaker dan automobilisten. 75 Procent van de fietsers gaat minimaal één keer per week de stad in, tegen 42 procent van mensen die de voorkeur geven aan de auto. De hoge bezoekfrequentie van fietsers wordt deels verklaard doordat zij gemiddeld dichter bij het centrum wonen. De trouwste klanten wonen het dichtst bij de winkel. Maar ook fietsers die wat verder weg wonen, bezoeken het centrum vaker dan autoliefhebbers bij hen in de wijk. Kennelijk is voor mensen die gewend zijn te fietsen de drempel om even de stad in te gaan lager. De fiets staat voor de deur en men weet de weg en de stallingen.
Doel van het onderzoek van het kenniscentrum Fietsberaad en het ministerie van Verkeer en Waterstaat is om het fietsbeleid van middelgrote gemeenten beter af te stemmen op de wensen en behoeften van de inwoners.