Rijk en regio op koers met ontwikkeling integrale gebiedsagenda’s

Dit najaar willen Rijk en regio de gebiedsagenda’s voor het ruimtelijk-fysieke domein vaststellen waarin ruimtelijke visies en opgaven op het terrein van mobiliteit, water, verstedelijking en natuur en landschap van regio en Rijk samenkomen. Met de invulling van deze gebiedsagenda’s worden investeringen in ruimte en bereikbaarheid steeds integraler en gebiedsgerichter voorbereid en op elkaar afgestemd.

Dit schrijven ministers Eurlings (Verkeer en Waterstaat), Cramer (VROM), Van der Laan (WWI) en staatssecretaris Huizinga (Verkeer en Waterstaat) in een brief aan de Tweede Kamer. De bewindspersonen hebben in het kader van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) op 18 en 19 mei jl. voortgangsgesprekken gevoerd met lokale en regionale bestuurders. Nadruk lag bij deze gespreksronde op de eerste contouren van de gebiedsagenda’s. Daarnaast hebben Rijk en regio gesproken en afspraken gemaakt over de verdere invulling van programma’s ten aanzien van mobiliteitsmanagement, vaar- en spoorwegen en regionaal OV. En er zijn nieuwe afspraken gemaakt ten aanzien van de planstudie A27/A1 Utrecht-knooppunt Eemnes-Amersfoort en het Spoedaanpakproject A2 Maasbracht-Geleen.

Verstedelijkingsafspraken 2010-2020

Tijdens de overleggen zijn ook de gebiedsdocumenten Verstedelijking van de twintig stedelijke regio’s aan de orde geweest. Deze vormen de inhoudelijke basis voor verstedelijkingsafspraken 2010-2020 tussen Rijk en regio. Afgesproken is dat deze de komende periode worden geïntegreerd in de MIRT-gebiedsagenda’s. Tijdens de najaarsoverleggen MIRT worden dan op hoofdlijnen verstedelijkingsafspraken gemaakt en vervolgens jaarlijks geconcretiseerd.

Versnelling Besluitvorming Infrastructuur

Rijk en regio zetten in op verbetering en versnelling van de besluitvorming van projecten die in de verkenning- of planstudiefase zitten. Lopende verkenningen worden veel zo als mogelijk uitgevoerd in de lijn van Sneller&Beter.
Aan veel projecten kan een voortvarend vervolg worden gegeven. Dit geldt zowel voor de 30 Spoedaanpak projecten als voor de overige MIRT-projecten in de planstudiefase. Rijk en regio hebben afgesproken dat met het starten van nieuwe verkenningen terughoudend wordt omgegaan tot en met 2010. Het opstarten van een nieuwe verkenning kan alleen met een formele startbeslissing. De randvoorwaarden hiervoor zijn opgenomen in het MIRT spelregelkader en het procesontwerp Sneller&Beter. De gebiedsagenda’s vormen een inhoudelijke basis voor deze startbeslissingen.

Deltaprogramma

Bij het vormgeven van het Deltaprogramma wordt aangesloten bij de werkwijze van het MIRT en de gebiedsagenda’s. Programma’s als de Zuidwestelijke Delta, peil IJsselmeer, diverse opgaven in Noord-Nederland, evenals de opgaven die in het Nationaal Waterplan zijn gepresenteerd, worden meegenomen in de gebiedsagenda’s van de betrokken regio’s voor de volledigheid van het overzicht van de ruimtelijk-fysieke opgaven.

Binnenhavens

Staatssecretaris Huizinga van Verkeer en Waterstaat heeft de regio’s nadrukkelijk aangemoedigd met goede voorstellen te komen voor de tweede tranche quick wins binnenhavens. In het aanvullend beleidsakkoord zijn extra gelden beschikbaar gesteld voor het versneld aanpakken van de rijksvaarwegen. Het gaat hier om 75 miljoen euro extra voor binnenhavens, ligplaatsen en onderhoud en om 125 miljoen euro voor versnelling van gepland onderhoud aan vaarwegen.

Taskforce Mobiliteitsmanagement

Verkeer en Waterstaat heeft in het kader van de MobiliteitsAanpak 40 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de Taskforce Mobiliteitsmanagement. Hierbij is 15 miljoen euro bestemd voor de uitvoering van de convenanten in de zes voorbeeldregio’s, Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Haaglanden, Knooppunt Arnhem Nijmegen en Brabant. Voor de uitvoering van convenanten in de nieuwe regio’s is 15 miljoen euro beschikbaar. De regio’s kunnen in het najaar nogmaals plannen indienen.

Uitbreiding capaciteit A2 tussen Urmond en Geleen en knooppunt Kerensheide naar twee keer drie rijstroken

De A2 tussen Urmond en Geleen wordt uitgebreid tot twee keer drie rijstroken. Deels door spitsstroken aan te leggen en door het knooppunt Kerensheide aan te pakken. Bij het knooppunt Kerensheide komt een extra rijstrook in de verbindingsboog voor het verkeer vanaf de A76 richting de A2 tussen aansluiting Geleen en aansluiting Urmond. De extra rijstrook wordt onderdeel van het Spoedaanpak project dat voorziet in de aanleg van een spitsstrook op de A2 tussen Urmond en knooppunt Het Vonderen in noordelijke richting. Behalve de spitsstrook wordt er bij knooppunt Kerensheide een fly-over aangelegd voor het verkeer van de A2 naar de A76. Daar komt nu de extra rijstrook in de verbindingsboog bij van de A76 naar de A2. Hierdoor kan het verkeer ook beter doorstromen in noordelijke richting naar de spitsstrook op de A2. Door deze maatregelen krijgt de rijksweg tussen aansluiting Geleen en Urmond in beide richtingen een extra rijstrook. De eerste schop gaat in 2010 de grond in.

Voorkeursalternatief A27/A1 Utrecht-knooppunt Eemnes-Amersfoort

Tijdens het bestuurlijk overleg tussen Rijk en regio Utrecht zijn afspraken gemaakt over het voorkeursalternatief van de planstudie A27/A1 Utrecht-knooppunt Eemnes-Amersfoort. Uitgangspunt is verbreding van de A27 aansluiting Utrecht Noord-knooppunt Eemnes naar twee keer drie rijstroken met de optie voor een ruimtelijke voorziening zodat in de toekomst een verbreding naar twee keer vier rijstroken en een nieuwe OV-verbinding tussen Almere en Utrecht mogelijk blijft. Een definitieve keuze voor verbreding van de A1 knooppunt Eemnes-aansluiting Bunschoten van twee naar drie of vier rijstroken is nog afhankelijk van het te bepalen voorkeursalternatief voor het knooppunt Hoevelaken.