Antwoorden op kamervragen van Schippers en Zijlstra over de rol van de Inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ) in het onderzoek in het Scheperziekenhuis naar het aantal sterfgevallen en complicaties door maagverkleiningen
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
CZ-K-U-2928957
16 juni 2009
Antwoorden van minister Klink op de vragen van de Kamerleden Schippers en Zijlstra (beiden VVD) over de rol van de Inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ) in het onderzoek in het Scheperziekenhuis naar het aantal sterfgevallen en complicaties door maagverkleiningen (24 april 2009).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het nieuws over mogelijk onnodige sterfgevallen en complicaties door maagverkleiningen in het Scheperziekenhuis te Emmen ?
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Is het waar dat zorgverzekeraar Achmea na klachten van patiënten en/of hun nabestaanden een patiëntenstop heeft afgekondigd voor maagverkleiningsoperaties in het Scheperziekenhuis?
Antwoord 2
Uit de persberichten valt inderdaad op te maken dat Achmea na klachten van patiënten eind maart is gestopt met het doorverwijzen voor maagoperaties naar het Scheper Ziekenhuis in Emmen.
Vraag 3
Is het waar dat de IGZ heeft aangegeven geen onderzoek te doen, maar het onderzoek van het Scheperziekenhuis af te wachten?
Antwoord 3
De IGZ wacht inderdaad het onderzoek af dat in het ziekenhuis plaatsvindt. Dit onderzoek wordt door een speciale onderzoekscommissie uitgevoerd en wordt begeleid en beoordeeld door een onafhankelijke deskundige, voorgedragen door de vereniging voor bariatrische chirurgie. De commissie zal ongeveer 500 dossiers van geopereerde patiënten beoordelen.
Bij calamiteiten die een zorgaanbieder bij de IGZ meldt, doet de zorgaanbieder over het algemeen eerst zelf onderzoek en rapporteert daarover aan de IGZ. De IGZ is in dit geval overigens wel zeer nauw bij de onderzoeksopzet betrokken. De commissie zal ook aan haar rapporteren. De IGZ zal bovendien een toetsing uitvoeren op het interne onderzoek door zelf steekproefsgewijs dossiers te beoordelen.
Vraag 4
Deelt u de mening dat dit een onwenselijke gang van zaken is, omdat niet alleen ‘de slager zijn eigen vlees keurt’, maar ook omdat de IGZ namens de overheid de kwaliteitstoezichthouder is die bovenop dit soort ernstige zaken zou moeten zitten?
Vraag 5
Kunt u uitleggen waarom de IGZ geen onderzoek doet, daar het immers geen incident betreft, maar een verdenking van structurele tekortkomingen?
Antwoord 4 en 5
De IGZ is direct op deze zaak ‘gaan zitten’. Zij is adequaat geïnformeerd door de Raad van Bestuur nadat duidelijk werd dat er mogelijk sprake was van meer dan verwachte sterfte. De IGZ heeft vervolgens direct het ziekenhuis bezocht en heeft onder andere gesprekken gevoerd met de voorzitter van de Raad van Bestuur en de betrokken chirurg. De IGZ heeft met de betrokken chirurg de afspraak gemaakt dat deze zich zolang het onderzoek loopt onthoudt van medische activiteiten, niet alleen in Emmen, maar ook in de rest van Nederland en het buitenland. Voorts is afgesproken dat er voorlopig geen maagverkleiningsoperaties in het ziekenhuis zullen plaatsvinden, ook niet door andere chirurgen. Door de betrokkenheid van een onafhankelijke deskundige en de IGZ zelf is er sprake van een onafhankelijk en deskundig onderzoek. De IGZ zal hier vervolgens eigen conclusies uit trekken.
Vraag 6
Deelt u de mening dat deze handelswijze onbegrijpelijk is vanuit het systeem van risicoanalyse waaruit de IGZ werkt, en dat deze misplaatste afwachtende houding leidt tot verlies aan gezag van de IGZ, en haar niet het imago zal geven van de kwaliteitswaakhond die ze zou moeten zijn?
Antwoord 6
Nee, zoals hierboven vermeld is er geen sprake van een afwachtende houding van de IGZ, zijn er duidelijke afspraken gemaakt die ertoe strekken dat er de facto geen gevaar voor patiënten (meer) is als gevolg van maagverkleiningsoperaties in het Scheperziekenhuis en is de IGZ actief betrokken bij het onderzoek dat wordt uitgevoerd. Omdat het hier om een concrete melding gaat is de risicoanalyse hier niet aan de orde. De IGZ gebruikt deze analyse namelijk voor het gefaseerd toezicht.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid Schermers (CDA), ingezonden 24 april 2009 (vraagnummer 2009Z08032)