Geen oververtegenwoordiging Marokkanen bij jongensprostitutie
Er is geen sprake van oververtegenwoordiging van Marokkaanse jongens in de jongensprostitutie. Dat blijkt uit een onderzoek dat minister Hirsch Ballin van Justitie aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Eerder had de Tweede Kamer de minister gevraagd om een onderzoek in te stellen naar de oververtegenwoordiging van Marokkaanse jongens bij seksueel misbruik en in de prostitutie.
Het onderzoek is in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie (WODC) verricht door Bonger Institiuut van de Universiteit van Amsterdam en omvat een literatuurstudie, een onderzoek naar de gegevens over seksueel misbruik bij hulpverleningsorganisaties, een analyse van politiegegevens betreffende zedenzaken en een veldonderzoek. Naast de conclusie dat er geen sprake is van oververtegenwoordiging van Marokkaanse jongens in de prostitutie, stellen de onderzoekers dat het aannemelijk is dat een ruime meerderheid van de prostitués 21 jaar of ouder is. De groep tot en met 21 jaar is heel divers en bestaat zowel uit jongens met veel problemen, als jongens die prostitutie slechts als een gemakkelijke extra inkomstenbron beschouwen.